De varkensslachtingen over juli verlopen relatief stabiel, het zijn de gewichten en het vleespercentage die een afwijkend beeld laten zien ten opzichte van voorgaande jaren. Om die reden zoomen we voor juli in op de huidige cijfers in vergelijking met de cijfers uit het 5-jarig gemiddelde en uit 2019.
De slachtcijfers over de maand juli zijn bekend. De cijfers van week 27 tot en met week 30 zijn meegenomen in de analyse. In deze periode is het aantal varkensslachtingen wekelijks toegenomen, waardoor zowel het 5-jarig gemiddelde vanaf week 28 voorbij gestreefd is, evenals het niveau van 2019 in week 30. Gezien de voorgaande jaren komt er in (of rond) week 32 een kleine 'dip', waarna de stijgende lijn weer ingezet wordt een aan blijft houden.
Aantal geslachte dieren
Voor de maand juli geldt eigenlijk dat de maand een gemiddeld verloop kent. Zowel het 5-jarig gemiddelde als het niveau van 2019 worden bijna exact gevolgd. De enige uitspringende week is in dit geval week 30, omdat het afwijkt van het verloop van andere jaren. Week 30 noteert met 292.000 geslachte dieren namelijk hoger dan het 5-jarig gemiddelde (280.800 stuks) en 2019 dat zelfs een klein dal laat zien (279.000 stuks).
De andere weken lopen dusdanig gelijk op met voorgaande jaren dat hier eigenlijk weinig aan te zien is. Vanaf week 27 herstellen de meeste slachterijen van de sluitingen die plaatsgevonden hebben, waardoor de capaciteit weer omhoog gaat. De stijgende lijn heeft waarschijnlijk ook te maken met het aantal varkens dat in andere weken in de stal bleven zitten, die in de weken erna wel geslacht zijn.
Zware varkens
In vergelijking met voorgaande jaren zijn de varkens erg zwaar, zeker ten opzichte van het 5-jarig gemiddelde. De zwaarste varkens van juli werden in week 29 geslacht. De dieren hadden een gemiddeld gewicht van 99,5 kilo, dat is 3,5 kilo meer dan in dezelfde week vorig jaar. De gebruikelijke dip in deze periode is ook niet zo duidelijk zichtbaar als voorgaande jaren en de gewichtspieken zijn ook groter dan voorheen. De coronacrisis heeft hier zeker zijn invloed op, maar in hoeverre is niet geheel in te schatten.
Minder vlees
Ondanks de zware gewichten is het percentage vlees lager dan in de voorgaande jaren. Dit is in het afgelopen jaar overigens een terugkerend beeld. Alleen in week 27 hadden de varkens een groter percentage vlees dan in het 5-jarig gemiddelde en in vergelijking met vorig jaar. Het gaat overigens over een schamele 0,04% ten opzichte van het 5-jarig gemiddelde en 0,2% ten opzichte van 2019.
In week 28 staat het percentage met 59,2% gelijk aan dat van 2019 en duikt het met 0,02% onder het 5-jarig gemiddelde. Daarna gaat het snel, al zijn de procentuele verschillen over het algemeen erg klein. Zowel voor week 29 als week 30 komen de varkens uit op een vleespercentage van 59%. Een aparte daling, aangezien de percentages normaal omhoog gaan in deze periode. Ook dit heeft hoogstwaarschijnlijk weer te maken met het feit dat de dieren soms langer in de stal moesten blijven door de sluiting van bepaalde vleesverwerkers.