Keiharde crash voor Amerikaanse varkensprijs

De Iowa-Minnesota-notering verloor vorige week ruim 35 dollarcent en noteerde donderdag 2 april $0,96 per kilo. De stemming is in de afgelopen week als een blad aan de boom gedraaid, want tot eind maart zaten de varkensprijzen nog in de lift.

Lockdown hakt erin
Het coronavirus is de grote boosdoener. Net als in Europa hanteert ook Amerika een ‘lockdown’, waardoor restaurants de deuren gesloten houden. De vleesvoorraden lopen daardoor rap op. De baconprijs is intussen afgedaald tot het laagste punt in 20 jaar. Ook de ribstukken en de hamprijs zijn gekelderd. Het karkas is al met al flink minder waard geworden. 

Naast de stroeve vleesverkopen wordt de prijs gedrukt door een ruim varkensaanbod. Afgelopen maart telde de VS 77,6 miljoen varkens, circa 4% meer dan dezelfde periode in 2019. Bovendien zit er nog het nodige aanbod in de pijplijn, gezien ook de zeugenstapel in dezelfde periode is toegenomen. Door de groei wordt de slachtcapaciteit intensief aangeboord. Net als in Europa zijn er zorgen of de personele bezitting in slachthuizen. Mogelijk ontstaat er daardoor uitval van verwerkingscapaciteit. 

Naast de fysieke varkensprijzen staat ook de varkenstermijnmarkt onder grote druk. De notering in Chicago, het april-contract, is de afgelopen weken met bijna 40% gedaald tot zo’n $0,40 per pound (0,45 kilo). Dit is het laagste niveau sinds oktober 2016.

Conrurrentievoordeel op wereldmarkt
Nu heeft de varkensprijs in de VS wel vaker de neiging om hard te dalen, of te pieken, maar de crash van afgelopen week is extreem te noemen. De Europese varkensprijzen gingen in maart ook onderuit, maar lang niet zo hard.

Wel steekt de druk op de varkensprijs ook hier de kop weer op, mede als gevolg van de prijsval in de VS. Daardoor hebben Amerikaanse exporteurs nu concurrentievoordeel op de wereldmarkt.