Shutterstock

Inside Varkens

Spanje profiteert van krimp Nederlandse varkensstapel

19 November 2019 - Redactie Boerenbusiness - 3 reacties

De inkrimping van de Nederlandse varkensstapel is een unieke kans voor de Spaanse varkenssector. Hoe zit dat?

Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

"We kunnen marktaandeel winnen door te profiteren van het gat dat naar verluidt ontstaat â€‹â€‹als de Nederlandse boerderijen verdwijnen", zo zegt hij in de Spaanse krant Heraldo. Volgens Quílez gaat Rabobank ervan uit dat 3.500 van de 4.300 varkensbedrijven in Nederland op termijn verdwijnen. Dat komt door een gebrek aan bedrijfsopvolgers en de emissiereductie die de Nederlandse overheid voorschrijft.

Biggenimport uit Nederland
Rabobank denkt dat tenminste 75% van het aantal vleesvarkensbedrijven verdwijnt. De krimp in de zeugenhouderij zal veel kleiner zijn. Maar, om te kunnen groeien in het aantal vleesvarkens, moet de sector in Spanje wel een oplossing vinden voor de afhankelijkheid van de Nederlandse import van biggen: per jaar ongeveer 1 miljoen. 

De zeugenhouderij in Spanje groeit niet, waardoor de afhankelijkheid van de biggenimport is toegenomen. Quilez rekent er op dat Duitsland en ook Denemarken een deel van de Nederlandse krimp in biggenexport kunnen opvangen. Ook verwacht hij dat de Spaanse varkenssector in staat zal zijn zelf meer biggen te fokken.

Slachterij investeringen
Gezien de groei van de Spaanse varkensstapel (en de verwachte groei als gevolg van de krimp in Nederland) investeren diverse slachterijen in hun capaciteit. Een voorbeeld is daarvan Litera Meat, van de Italiaanse groep Pini in de stad Binéfar in de streek Aragon. Wanneer de slachterij volledig operationeel is, dan is het van plan om 30.000 varkens per dag (per jaar zo'n 7 miljoen) te slachten.

De investeringen vergroten de regionale slachtcapaciteit in Aragon, op Catalonië na de grootste varkensregio van Spanje, tot 20,6 miljoen. Door deze investeringen zullen er naar verluidt ook nieuwe varkenshouderijen worden gebouwd. In omvang is de Spaanse varkenssector over de laatste jaren Duitsland al voorbijgestreefd en daarmee het grootste varkensland van Europa geworden.

Integratiemodel succesvol
Het succes van de Spaanse varkenssector is te danken aan het verticale integratiemodel. In deze keten kan sneller geschakeld worden dan in de Nederlandse varkensketen. De cijfers van Rabobank laten tevens zien dat de toegevoegde waarde in de Spaanse keten 50% hoger ligt dan hier. De Spaanse consument is bereid om meer te betalen voor vlees. De meeste toegevoegde waarde zit aan het eind van de keten. Ook is de kostprijs in de Spaanse varkenshouderij €0,20 per kilo lager dan in Nederlandse varkenshouderij.

De belangrijkste redenen hiervoor zijn lagere huisvestings-, arbeids- en milieukosten. Dit ondanks de grote transportafstanden en het krappere voeraanbod. Eerder wist Nederland juist daarom een heel lage kostprijs te realiseren, vergeleken met de internationale concurrentie. Terwijl de Spaanse sector een forse groei doormaakte en de gemiddelde Spaanse varkenshouder over de laatste jaren bescheiden winsten boekte, is het rendement in Nederland lange tijd negatief geweest.

Ook uitdagingen
De Spaanse varkenssector kent ook een paar grote uitdagingen: het hoge antibioticagebruik, de toenemende milieudruk en de deels verouderde vleesvarkensstallen. Het antibioticagebruik is Spanje is fors hoger dan in Nederland, waarbij er ook medicijnen in het mengvoer worden gemengd. Ook loopt Spanje achter met de reductie van ongewenste additieven aan veevoer, zoals zink. Europese regels die in Nederland van toepassing zijn, worden met een aantal jaren vertraging ook in Spanje doorgevoerd.

Regenradar
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden