Minister snapt circulariteit veevoerimport niet goed

Het realisatieplan voor de transitie naar kringlooplandbouw van minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) betekent een krimp van het eiwitaandeel in de import van veevoer. Henk Flipsen, de voorzitter van Nevedi, wijst er echter op dat het merendeel van het geïmporteerde veevoer nu al uit reststromen bestaat die bijdragen aan een circulaire voedselketen.

In de nieuwste editie van de Grondstoffenwijzer van belangenbehartiger Nevedi staat welk gedeelte van het gebruikte veevoer tevens geschikt is voor menselijke consumptie. Dit is slechts een klein deel. Het overgrote deel betreft namelijk coproducten (sojaschroot) en basisgrondstoffen (voergranen) die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. Dankzij de varkenshouderij levert het echter wel waardevol voedsel op voor de mens: varkensvlees.

In het realisatieplan van het ministerie staat echter dat de Europese Unie voor ongeveer 75% van de behoefte aan plantaardige eiwitten afhankelijk is van de invoer. Het grootste deel hiervan wordt vervolgens gebruikt voor diervoeders, om zodoende dierlijke eiwitten te produceren. Die situatie is niet houdbaar, gezien de grote vraag naar plantaardig eiwit in de wereld. Daarom moeten we in Nederland (en in Europa) meer eiwitrijke gewassen telen en alternatieve eiwitbronnen en technologieën ontwikkelen. Ook is het gewenst dat de teelt economisch aantrekkelijker wordt.

Aandeel reststromen vergroten
Flipsen zegt dat het ministerie spreekt over het eiwitaandeel in de totale veevoerimport, waar de Grondstoffenwijzer uitgaat van het totale volume geïmporteerd veevoer (zowel het aandeel eiwit als het aandeel energie). Overigens is Nevedi wel met minister Schouten eens dat de focus op de minimale footprint en het ontwikkelen van alternatieve eiwitbronnen zal komen te liggen. "Nu we werken aan de transitie naar een duurzamer en meer circulair voedselsysteem, is de diervoedersector gemotiveerd hier met innovatieve voerconcepten op in te spelen. We zetten dan ook actief in op verduurzaming van grondstoffen en gaan de footprint Iinclusief de output in vlees en zuivel) berekenen en in beeld brengen", zo laat de brancheorganisatie weten.

"Ook verkent de diervoedersector de mogelijkheden voor meer regionaal geteelde eiwitgewassen en een verdere verbreding van het gebruik van coproducten vanuit de levensmiddelenindustrie", laat Flipsen weten. "Met specifieke aminozuren en verschillende grondstofsamenstellingen wordt diervoeder verder geoptimaliseerd voor de reductie van methaan, stikstof en fosfaat. De gezondheid van het dier en het produceren van veilig voer staan hierbij altijd voorop."

Het ministerie, de Producenten Organisatie Veehouderij (POV) en Nevedi zijn allemaal van mening dat het aandeel reststromen in veevoer moet worden vergroot en dat de import van veevoer dat tevens voor humane consumptie geschikt is, moet worden beperkt. Wetenschappers maakten zich daarbij al jaren sterk voor de herintroductie van slachtafvalstromen, en nu is ook de POV overstag. Schouten kondigt in het realisatieplan aan dit wettelijk mogelijk te maken.

Nieuwe technieken moeten overigens het risico van het hergebruiken van slachtafval minimaliseren. Minister Schouten verwacht eveneens veel van aardappeleiwit, insecten en zeewier als alternatief voor de import van eiwitrijke veevoer.

Krimp van 25%?
Wageningen Economic Research schetste in de winter in een studie dat de veevoerindustrie rekening moet houden met een krimp van 25%. "We houden rekening met een omzetdaling in Nederland, zeker wanneer de veestapel verder wordt ingekrompen", aldus Flipsen. Hij gaat ervan uit dat een natuurlijke afvloeiing van personeel het mogelijke omzetverlies deels kan opvangen. Ook de voortgaande automatisering en digitalisering van het productieproces compenseert de gevolgen.

Aan de andere kant zorgt de transitie naar kringlooplandbouw juist voor werkgelegenheid. "Er is momenteel behoefte aan geschoold personeel en kennisontwikkeling (voor de productie van alternatieve eiwitbronnen en ontwikkeling van synthetische aminozuren). Al zeg ik daar dan wel bij dat sommige alternatieven wel heel mooi worden voorgesteld. De import van kwalitatief hoogwaardige soja heeft een lagere footprint, dan de Europese eiwitgewassen. Ik herhaal nog maar eens dat we deze effecten gaan berekenen en nadrukkelijk in beeld zullen brengen."

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.