De grootschalige uitbraak van Afrikaanse varkenspest in China laat nu ook buiten de varkenssector een grote indruk achter. Door de hoge varkensprijzen zijn ook de consumentenprijzen forst toegenomen. Dit heeft als gevolg dat de inflatie ook substantieel is gestegen.
De Chinese inflatie bedroeg over maart 2,3%, wat hoger is dan in het jaar daarvoor. Tevens is het 0,8 procentpunt meer dan in februari, want toen kwam de inflatie uit op 1,5%. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn de gestegen consumentenprijzen voor varkensvlees en hogere olieprijs. De zogeheten 'kerninflatie', de inflatie zonder voedsel- en energieproducten, bleef wel stabiel op 1,8%.
Voor China betekent de gestegen inflatie echter niet direct slecht nieuws. Sterker nog, de Chinese overheid streeft zelfs naar een inflatie van circa 3%. Ondanks dat deze stijging van de inflatie vooral gedreven wordt door voedsel- en energieprijzen, zorgt het voor stabiliteit en een gunstiger marktsentiment. Een (te) lage inflatie gaat namelijk vaak gepaard met een langzame groei van de economie.
Chinese bedrijven in zwaar weer
Ook de Chinese varkensbedrijven ervaren steeds meer gevolgen van de uitbraken van Afrikaanse varkenspest. Door de dierziekte zijn er namelijk minder varkens op de markt en draaien diverse bedrijven grote verliezen. GlobalMeatNews meldt bijvoorbeeld dat een groot zeugenbedrijf in het eerste kwartaal van 2019 een fiks verlies heeft geleden van tussen de 1 miljard en 1,6 miljard yuan, wat omgerekend tussen de €132 miljoen en €212 miljoen is.