Duitsland is niet langer de belangrijkste afzetmarkt voor Deense biggen. Deze positie wordt nu ingenomen door Polen, gezien het land importeert dit jaar fors meer Deense biggen.
In de eerste 3 kwartalen van 2018 exporteerde de Deense varkenssector een recordaantal van 11,16 miljoen biggen, een stijging van 2,3% vergeleken met dezelfde periode in 2017. De afzet naar Duitsland toonde echter een daling van 2,8% tot 4,94 miljoen biggen. Polen daarentegen importeerde bijna 9,5% meer Deense biggen; in totaal gaat het om iets meer dan 5 miljoen biggen.
Dit betekent dat het land Duitsland voorbij is gestreefd als de grootste importeur van Deense biggen. De afzet naar Nederland toont een lichte daling en komt uit op 334.000 stuks. Overigens toont de Nederlandse biggenexport naar Duitsland een daling van 2,3% tot 3,7 miljoen (week 1 tot en met week 45).
Minder vleesvarkens naar Duitsland
De export van Deense vleesvarkens toont over diezelfde periode een stijging van 10% tot 175.000. Duitsland is verreweg de grootste importeur, maar de Duitse import daalde wel met 17% tot 72.3000 varkens. Dat de totale Deense export toenam, is een gevolg van de stijgende export naar Spanje, België en Italië.
Naast een stijgende export, toont het slachtcijfer in Denemarken ook een aanzienlijke stijging (+4). De toename op beide fronten is een gevolg van de varkensstapel, welke dit jaar een flinke groei heeft neergezet.