Deense varkenssector groeit op alle fronten

Tijdens de meest recente telling (die van 1 juli) noteerde de Deense varkensstapel 12,88 miljoen dieren. Dat is het hoogste aantal in meer dan 10 jaar en 3,3% meer dan bij dezelfde telling in 2017. Het aantal vleesvarkens (+50 kilo) groeide, met 4,8% tot 2,98 miljoen, het snelst. De zeugenstapel groeide in 1 jaar tijd met 3% tot 1,04 miljoen.

Dalende trend gekeerd
Door de groeiende varkensstapel wordt er in 2018 voor het eerst in jaren weer meer geslacht. Het Duitse marktbureau AMI raamt het aantal slachtingen op 18,2 miljoen, vergeleken met 1 jaar eerder is dat een plus van 4%. Sinds 2011 was van jaar tot jaar sprake van een dalend aantal slachtingen. Toen werden er 20,9 miljoen varkens geslacht, terwijl er in 2008 nog meer dan 21 miljoen dieren aan de haken hingen. De extra slachtingen zetten wel druk op de varkensprijs in Denemarken. 

De focus van de Deense varkenssector is de laatste jaren meer op de biggenexport komen te liggen. Deze is in 10 jaar tijd bijna verdriedubbeld. In 2018 exporteert het land naar schatting 14,9 miljoen biggen, tegenover 5,3 miljoen in 2008. Deze groei ging (tot ergernis van Deense slachterijen) ten koste van het aantal slachtingen. Doordat het aantal varkens in Denemarken flink is gestegen, kan in 2018 zowel de biggenexport als het aantal binnenlandse slachtingen stijgen.

Export levende varkens
Daarbij stijgt ook de export van levende vleesvarkens. In de eerste 5 maanden van 2018 exporteerde Denemarken bijna 185.000 vleesvarkens, wat bijna 15.000 meer is dan in dezelfde periode 1 jaar eerder. Duitsland is de belangrijkste afzetmarkt en neemt 30% van de export voor zijn rekening. Ook Polen (15%) is een belangrijke afzetmarkt voor levende vleesvarkens.Denemarken heeft tot nu toe (in 2018) 4% meer geslacht dan vorig jaar.