Toeslag houdt Duitse mester op de been

Uit berekeningen van het Duitse marktbureau AMI blijkt dat het verschil tussen de kostprijs en de varkensprijs (roepprijs) afgelopen mei is opgelopen tot een negatief verschil van €0,11 per kilo. De kostprijs lag die maand gemiddeld op €1,58 per kilo, terwijl de Duitse varkensprijs gemiddeld €1,41 per kilo noteerde.

Toeslag cruciaal voor rendement
Een dergelijk grote kloof kwam de afgelopen jaren niet voor. Over heel 2015 was het negatieve verschil tussen de kostprijs en de varkensprijs €0,08 per kilo. Dat jaar ging ook de boeken in als een slecht varkensjaar. Ook in jaren daarna (2016: €-0,04) en (2017: €-0,01) was de roepprijs niet in staat om de kosten volledig af te dekken.

Het betekent dat de toeslagen, die Duitse vleesvarkenshouders bovenop de roepprijs beuren, cruciaal zijn om onderaan de streep in het groen uit te komen. Wel verdienen de cijfers een kanttekening; de cijfers zijn namelijk een gemiddelde indicatie, terwijl algemeen bekend is dat de kostprijsverschillen per bedrijf behoorlijk kunnen verschillen.

Biggenprijs niet afdoende
Ook het rendement van de Duitse zeugenhouders is op zijn retour, nadat 2017 extreem hoge rendementen gaf. Dit was ook in Nederland het geval. Sinds afgelopen oktober liggen de opbrengsten weer onder de kostprijs. Afgelopen januari was er sprake van een negatief verschil van circa €10 per big.

Door de stijgende biggenprijs, gedurende dit voorjaar, is het verschil enigszins ingelost. Echter, in de maand mei bedroeg de kostprijs €59,70 per big, terwijl de opbrengst op €55,60 per big uitkwam. In deze berekening wordt ook rekening gehouden met de hoogte van de zeugenprijs.