Geen extra aanscherping
Flipsen: 'Niet verder sleutelen aan fosfornorm'
Het voerspoor in het fosfaatreductieplan heeft in het eerste kwartaal van 2017 uitstekend gescoord. Zo goed zelfs dat het politiek gezien verleidelijk is om de fosfornorm verder aan te scherpen om zodoende de reductiedoelstelling van 1,7 miljoen kilo melkveefosfaat, via het voerspoor te kunnen ophogen. Flipsen steekt daar een stokje voor.
Volgens Henk Flipsen, voorzitter Nevedi, is het niet verantwoordelijk om op collectieve basis de fosfornorm in mengvoer nog verder aan te scherpen. 'Dan gaan er onverantwoorde situaties ontstaan.'
Bij monde van Flipsen laat Nevedi weten trots te zijn op de voorlopige resultaten van het voerspoor. 'Wij zijn trots en enthousiast dat voerfabrikanten gezamenlijk de schouders onder dit plan hebben gezet en dat de ministeriele regeling voorlopig achterwege blijft. Dat de eerste reductieresultaten positief uitpakken laat zien dat we op de goede weg zitten.' Toch is Flipsen stellig tegen een verdere aanscherping door bijvoorbeeld de fosfornorm per kilo mengvoer te verlagen. 'De norm van 4,3 gram bruto fosfor per kilo mengvoer is de absolute ondergrens voor Nederlandse melkveehouderij als geheel.'
Afhankelijk per regio en rantsoen
Volgens Flipsen zijn er, afhankelijk van de regio, wel wat mogelijkheden voor een verdere aanscherping, maar dat vraagt om maatwerk. 'Wanneer de politiek besluit om de fosfornorm nog verder te verlagen, kunnen productie en diergezondheid in gevaar komen. Daar werken we niet aan mee.'
Volgens Flipsen is de minimale hoeveelheid fosfor in mengvoer sterk afhankelijk van het totale rantsoen. Daarom is op individueel niveau maatwerk nodig. 'Melkvee met een snijmaïsrantsoen heeft een andere nutritionele behoefte dan koeien die op een grasrantsoen staan.' Gemiddeld bestaat het rantsoen van melkveehouders voor 20 procent uit mengvoeders.
Ook zijn, volgens Flipsen, de fosforgehaltes in ruwvoer voor dit jaar nog niet bekend. Dat maakt de minimale gehaltes in mengvoer onzeker voor het totale rantsoen. 'Onze doelstelling is en blijft om elk veebedrijf te voorzien van het juiste voer. Te scherpe regelgeving werkt dan alleen maar beperkend.' Volgens Flipsen mag het voerspoor geen speelbal zijn, wanneer druk ontstaat op het totale pakket van het fosfaatreductieplan. Te weten: de stoppersregeling en de GVE-regeling zijn de andere 2 pijlers. 'Van een ministeriële regeling ga ik huiveren, mocht het daar alsnog van komen.'
Voerspoor varkenshouderij
Deelname aan het vrijwillige voerspoor in de varkenshouderij wordt volgens Flipsen op 2 manieren beloond, zowel direct als indirect. Indirect draagt de regeling bij aan een mogelijk behoud van de derogatie. Dit is ook cruciaal voor de varkenshouderij. Direct gezien ontvangen varkenshouders een premie mengvoer voor de gemaakte meerkosten. Voor de reductie van 1 miljoen kilo fosfaat heeft staatssecretaris Van Dam 4 miljoen euro vrijgemaakt. Of de premie genoeg is om varkenshouders te verleiden, moet blijken in praktijk.
De uitvoering van het vrijwillige voerspoor is in handen van de POV. Flipsen verwacht dat de POV in mei met een concreet plan naar buiten komt. 'De mengvoerbedrijven hebben hier uitsluitend een faciliterende rol en zijn bereidwillig dit op te pakken', besluit Flipsen.
Wilt u dagelijkse een up-to-date analyse van de termijnmarkten soja, korrelmaïs en tarwe? Klik dan hier
Wouter Baan
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
