Wet RPAS
Wetgeving verhindert opkomst van drones
Een jaar of meer geleden leken de woorden drone en UAV door heel de agrarische sector gebruikt te worden. Bijna iedereen was het erover eens: Dit kan weleens heel belangrijk gaan worden. Ruim een jaar later zijn de kaarten anders geschud. Nieuwe regels – wet RPAS – zorgt ervoor dat het gebruik van een onbemand helikopertje weleens zeer lastig kan gaan worden.
De voordelen van een drone, officieel RPAS (Remotely Piloted Aircraft System) genoemd, blijven bestaan. Het is bekend dat de agrarische sector er veel voordeel mee kan doen. In de eerste plaats om gewassen te scannen. Het is echter de vraag hoe dit letterlijk wordt gelanceerd. Wereldwijd wordt de wetgeving in rap tempo dichtgetimmerd. Niet in de laatste plaats omdat er regelmatig ongelukken gebeuren. Het komt regelmatig voor dat een onbemande helikopter om onbekende redenen naar beneden valt. De huidige techniek is té onbetrouwbaar. We hebben het dan nog niet eens over privacy.
Wie hobbymatig met een ‘drone’ vliegt kan dat vooralsnog nog even blijven doen. Officieel is hiervoor de Regelgeving Modelvliegen van kracht. Dit houdt in dat je op een speciaal terrein mag vliegen. Echter, ga je bij een bevriende boer zijn trekker filmen, dan zal je hier niet direct hinder van ondervinden. Schaf je als agrariër zo’n apparaat aan om een perceel te scannen, dan is dit bedrijfsmatig en bevind je je direct in een web van regels.
De bottleneck bij het gebruik van een RPAS is driedelig. Je hebt als eigenaar of bestuurder een certificaat (brevet) nodig, je dient allerlei formulieren in te vullen voor het opstijgen en je moet het apparaat verzekeren. Exclusief verzekering kost je dat tussen de 5.000 en 6.000 euro. Wil je commercieel gaan vliegen dan begin je met een RPAS Operators Certificate (ROC). Die kun je in Nederland bij één bedrijf halen. Vervolgens dien je de drone te laten keuren. Alleen dan wordt hij verzekerd. De ervaring leert dat slechts één verzekeraar in Nederland op dit moment RPAS daadwerkelijk wil verzekeren.
Ben je gecertificeerd om te vliegen en is hij verzekerd, dan kun je beginnen aan de verschillende vergunningen. Om te beginnen is er een ontheffing van de Inspectie Leefomgeving en Transport (L&T) nodig. Je kunt kiezen uit een projectontheffing of een bedrijfsontheffing. In Nederland gaat het meestal om de eerste soort. Heb je die ontheffing, dan dien je vijf dagen voorafgaand aan de vlucht en zogenaamde NOTAM (Notice To Air Man) in te dienen. Hierbij stel je de beheerder van het luchtruim op de hoogte dat op een bepaald moment met RPAS gevlogen zal worden. Ook parachutisten en zweefvliegers hebben hiermee te maken. Daarnaast is in de meeste Nederlandse provincies een vergunning Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (TUG) benodigd. Als laatste dien je ook de gemeente en burgemeester één dag voor de vlucht te melden dat je gaat vliegen. Al met al een onmogelijk opgave wie zijn perceel aardappelen even wil scannen.
Het bedrijf Aerial Service Holland is op dit moment het enige bedrijf dat gecertificeerd is om met RPAS werkzaamheden uit te voeren, en dat ook binnen de agrarische sector doet. Eigenaar en piloot Cor Kardux heeft hiervoor een vliegbrevet en een bedrijfsontheffing landbouwluchtvaart. Dit stelt hem in staat tot op een meter hoogte boven het gewas te vliegen. Kardux begon zijn service, percelen en gewassen scannen met een multispectraalcamera, vorig jaar. Toen nog gemonteerd op een peperdure professionele drone. Momenteel gebeurt dit echter met een helikopter.
‘Een drone leek prachtig voor dergelijke werkzaamheden’, vertelt Kardux. ‘Echter, in de praktijk bleek dat niet het geval.’ Zijn UAV stortte dit jaar neer tijdens scanwerkzaamheden en overleefde de val niet. ‘We praten hier over professionele en peperdure apparatuur die zonder reden naar beneden komt vallen’, legt hij uit. ‘De huidige techniek is gewoonweg niet betrouwbaar genoeg. Je moet er niet aan denken wanneer zo’n apparaat iemand raakt. Al deze wetgeving wordt niet zonder reden in het leven geroepen. De betrouwbaarheid gaat pas verbeteren wanneer veel betere accu’s zullen worden gebruikt.’
Inmiddels zet Kardux een helikopter in. Dat is niet nieuw maar wel veel betrouwbaarder. ‘Met de helikopter kan ik 4 uur continue vliegen. Bij mijn drone was dat 12 minuten. Bovendien kun je op het dichtstbijzijnde vliegveld landen om bij te tanken. De techniek is bekend maar je merkt dat boeren nu pas veel interesse krijgen. Zeker wanneer ze zien hoe gedetailleerd en scherp de beelden zijn. Daarnaast kan met de helikopter een veel grotere oppervlakte in minder tijd worden gescand.’
‘Het is een illusie om te denken dat iedereen drones gaat inzetten’, meent Kardux. ‘Voor alleen gewasscans gaat een agrarisch ondernemer niet al die moeite doen. Bovendien werkt een helikopter efficiënter, sneller en goedkoper.’ Internationaal is er veel druk op het gebruik van RPAS. Zeker omdat het aantal ongevallen, waarvan sommige met dodelijke afloop, nog steeds toe. Wellicht zullen we deze techniek toch over moeten laten vliegen.
Niels van der Boom
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.