De dagen lengen, de bodemtemperatuur stijgt en de start van het maïsseizoen komt weer dichterbij. De eerste bemestingen en grondbewerkingen vinden plaats op maïspercelen. Welke strategieën voeren de tien melkveehouders die deelnemen aan de Ruwvoertour het komend seizoen uit in de snijmaïsteelt?
De gift van rundveedrijfmest verschilt bij de melkveehouders. Er wordt tussen de 40 en 50 kuub bemest per hectare. Naast de rundveedrijfmest wordt er bij Silvain Kusters (L), Bert Wissels (Gld.) en Frank Rooker (NH) nog vaste mest uitgereden. Bij Wissels wordt er 4 ton per hectare vaste mest bij gegeven en bij Rooker 10 ton per hectare. Bij Kusters op percelen die het nodig hebben, wordt wel tot 35 ton per hectare gegeven. De Limburgse melkveehouder geeft aan dat met de extra gift de grondkwaliteit omhoog gaat, wat gunstig kan uitvallen voor de uiteindelijk maïsopbrengst.
Om het bemestingsplan compleet te maken, wordt kunstmest aangevuld. Dit gebeurt bij de deelnemers veelal in rijenbemesting met Maïsmap of KAS. Robert Welhuis (Dr.) is heel stellig in wat hij een hectare wil geven: 114 kilo N, 83 kilo P, 300 kilo K. Na de 40 kuub rundveedrijfmest vult hij het aan met vloeibare meststof, zodat de som bereikt wordt. Bij Joost van Nostrum (NB) wordt er voor de bemesting van het maïsland geen kunstmest gebruikt. Van Nostrum is daar heel duidelijk in: "Ik gebruik liever de stikstof voor het grasland".
Onkruiddruk tegen gaan
De soorten grondbewerking verschillen per type grondsoort. Bij de deelnemers die op zand of löss maïs telen, wordt er veel geploegd met de vorenpakker. Hierna wordt er in sommigen gevallen nog geroterkopegd om een ideaal zaaibed klaar te leggen. Bij Roel Assies (FL) werd het perceel in de herfst geploegd. Daarna is op 30 maart de grond bewerkt, is met een sneleg en rotorkopeg. Assies geeft aan dat de grond dan tijd heeft om aansluiting te krijgen en een vals zaaibed te creëren om de onkruiddruk tegen te gaan. Voor het zaaien wordt dan nog rundveedrijfmest bemest met de sleepslang toegebracht, waarna de grond met de rotorkopeg zaaiklaar wordt gemaakt.
Rassenkeuze
Alle deelnemers aan de Ruwvoertour hebben hun rassenkeuze inmiddels gemaakt. Net zoals de landelijke trend worden er vooral zeer vroege en vroege maïsrassen geteeld. Vier van de acht deelnemers maakt gebruik van twee verschillende rassen. Bijvoorbeeld omdat een ras als LG 31.219 het ook op drogere grond goed doet. Of om een vertrouwd ras te combineren met een nieuwe om te testen. Of voor de mogelijkheid om de mais zowel als snij- als korrelmais te oogsten komend najaar.
Maïsras | Aantal keuzes |
LG 31.206 (zeer vroeg) | 4 |
LG 31.207 (zeer vroeg) | 1 |
LG 31.214 (vroeg) | 1 |
LG 31.218 (vroeg) | 1 |
LG 31.219 (vroeg) | 3 |
LG 31.245 (midden vroeg) | 1 |
LG 31.206 is een nieuw maïsras die pas in 2023 ruim beschikbaar is. Het is een opvolger van Nederlands meest gezaaide ras LG 31.205.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.