Voor het derde jaar op rij organiseert Boerenbusiness de Ruwvoertour. Ook dit jaar volgen wij 10 melkveehouders door heel Nederland in hun beslissingen omtrent het winnen van ruwvoer. In deze serie bedrijfsreportages stellen wij de ondernemers voor. In het achtste deel Hans Schoenmakers uit Udenhout (NB)
Vanaf de weg, die tevens ook de grens van de stad Tilburg en het dorp Udenhout vormt, valt het bedrijf van Schoenmakers nauwelijks op. Tegen het dorp ligt natuurgebied De Brand, maar ook het gebied de Loonse en Drunense Duinen vormen het decor van Udenhout. Voor Schoenmakers is de omgeving dan niet de meest ideale omgeving. Omringd tussen de natuurgebieden is er ook concurrentie naar grond, zoals hij zelf zegt: "er is hier geen hectare grond meer te huur". Veel grond gaat op naar boomkwekers die met prijzen komen waar melkveehouders niet tegen op kunnen bieden.
Ook ziet Schoenmakers dat de veehouderij bij hem in de buurt uitdunt. "Vroeger zaten er hier in de straat wel tien gemengde bedrijven. Tegenwoordig ben ik hier alleen over en even verderop zitten er nog een paar". Voor de rest is het gebied nog wel redelijk divers met een aantal akkerbouw-, varkens-, melkvee- en pluimveebedrijven. Schoenmakers maakt zich soms zorgen over hoe op de agrarische sector - waar hij met veel passie en toewijding in werkt - af en toe druk op de vrijheid van ondernemerschap wordt gelegd. "Door de onzekerheid is het lastig te ondernemen naar de toekomst toe en is het altijd maar de vraag of je wel de juiste keuze maakt".
Op het bedrijf van Hans Schoenmakers worden 117 melkkoeien gehouden met 35 pinken en 40 kalveren. In totaal wordt er 40 hectare bewerkt, waarvan 32 hectare gras, 6 hectare snijmaïs en 2 hectare voederbieten. De grondsoort op bij het bedrijf is grotendeels zand grond met een gedeelte leemhoudend zand. De maïskeuze van het afgelopen jaar was LG 31.219. Voor dit jaar is voor de leemhoudende grond gekozen voor LG 31.206 en op de lichtere zandgrond op LG 31.219. De productie van de melkkoeien ligt op 10.500 liter melk met 4,60% vet en 3,60% eiwit.
Bijzonder voersysteem
Hans Schoenmakers is trots op zijn bedrijf en is er dan ook zuinig op. Het eerste gedeelte van de ligboxenstal is gebouwd in 1976. Dit was een 6-rijïge stal waar geen voergang in zat. Achter de stal stonden drie sleufsilo's, waar de koeien zelf het voer uit haalden. Twee sleufsilo's dienden voor gras en één diende voor mais. "Omdat het voersysteem vrij bijzonder was, heeft Wageningen UR destijds onderzoeken gedaan om het vree gedrag van onze koeien te monitoren". In 1985 is een sleufsilo verwijderd en is er een voergang plus 1 rij ligboxen bij gebouwd. "Er waren best wat voordelen dat de koeien het voer zelf uit de kuil haalden, maar er waren ook nadelen. Zo moesten de koeien door weer en wind buiten het voer halen. Er lag veel mest en urine voor de kuilen. Je zag ook een duidelijk verschil in het vreetgedrag tussen de koeien. De ene vrat veel meer maïs, een ander weer minder. Waardoor sommige koeien te dik werden en andere koeien te mager. Dit was een reden om een voergang te bouwen".
In 2007 is er een verandering in de bedrijfsvoering geweest. De fokzeugen zijn toen afgestoten en op de plek van de varkensstal is de bestaande koeienstal uitgebreid. In 2008 is het aantal koeien verdubbeld. In 2021 is de overstap gemaakt van 2 x 6 visgraat melkstal naar twee gebruikte GEA robots. Hierover is Schoenmakers tot nu toe tevreden en blij met de aankoop "koeien die het nodig hebben, kunnen nu een extra keer worden gemolken. Ook is het voor mijzelf een arbeidsverlichting".
'Liever gewone vaars van mijzelf dan goede van ander'
Schoenmakers vertelt graag over de ontwikkeling van zijn melkveestapel. "Van oudsher hadden wij een MRIJ veestapel. Later ben ik gaan fokken naar de roodbonte HF koeien en hebben wij ook wel wat inkruisen geprobeerd. Tegenwoordig gebruik ik alleen nog maar zwartbonte HF stieren, waarbij de aandacht het meest gaat naar uier en benen. Met name benen is bij mij een aandachtspunt. Het is nu redelijk goed. maar moet nog beter", vat Schoenmakers zijn fokdoelen samen. De melk van Schoenmakers wordt geleverd aan FrieslandCampina en er wordt gevoerd van ABZ diervoeding: "Mede door fusies van lokale mengvoerbedrijven zijn wij bij ABZ gekomen. Ik ben niet iemand die snel overstapt, als de prijs/kwaliteit verhouding maar goed is".
Qua ruwvoerteelt en landwerk wordt het meeste uitbesteed aan de loonwerker. Het schudden en harken wordt wel door Hans zelf gedaan en meestal helpt hij met het maaien mee door de kleinere percelen zelf te doen. Naast het maïs en gras teelt Schoenmakers ook al een aantal jaar voederbieten. "Samen met een twee andere melkveehouders uit de buurt rooien wij de bieten in etappes. Meestal voor een periode van twee tot drie weken. Een collega uit de buurt heeft een rooier voor achter de trekker, waarmee hij dan bij de boeren langs gaat. Soms rooien wij wel tot aan maart door". Voor het voeren van de bieten heeft Schoenmakers een snipperbak die de bieten reinigt en snippert.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.