Voor het derde jaar op rij organiseert Boerenbusiness de Ruwvoertour. Ook dit jaar volgen wij 10 melkveehouders door heel Nederland in hun beslissingen omtrent het winnen van ruwvoer. In deze serie bedrijfsreportages stellen wij de ondernemers voor. In dit vierde deel: Jan Henk en Roelof Jan Waterink uit Beerzeveld (Ov)
In het Overijsselse Beerzeveld, op ongeveer 16 kilometer ten noorden van Almelo, boert de familie Waterink al 40 jaar. De locatie van het melkveebedrijf is eind jaren '80 via een gedeeltelijke ruilverkaveling door stadsuitbreiding aangekocht. Aan alles is te merken dat Jan Henk en Roelof Jan Waterink zuinig zijn op hun boerderij. Schoon werken hoog in het vaandel staat. Eenmaal binnen in de stal is dat ook goed te zien. De stal die gebouwd is in de jaren '80, maar doet nog lang niet zo voorkomen. De spanten zijn nagenoeg stofvrij en plekken waar stof neer kan slaan, zijn niet te vinden. "Het dak is nog niet zo lang geleden vervangen. Hierbij is het asbest gesaneerd en zijn er isolatieplaten voor teruggekomen".
Jan Henk en Roelof Jan Waterink melken op hun bedrijf 85 melkkoeien met 35 pinken en 35 kalveren. De koeien worden gemolken met 1 SAC duo robot. De productie ligt op 10.500 liter met 4,40% vet en 3,45% eiwit. Zij bewerken 40 hectare, waarvan 32 hectare grasland en 8 hectare maïsland. De actuele rassenkeuze voor gras is Havera 4 en voor maïs de LG 31.205.
Op de vraag hoe de ondernemers zichzelf omschrijven, moeten de broers eerder goed nadenken. "Eigenlijk zijn wij niet bang om ook maar één uitdaging uit de weg te gaan op ons bedrijf. Dit geldt zowel voor koeien, land, als onderneming. Wij experimenteren graag met fokkerij en nieuwe rassen in maïs en gras. Ook doen wij wel eens mee aan bemestingsproeven en proefstroken voor nieuwe rassen", vertellen zij.
De ondernemers hebben het meeste grond achter het huis liggen waar ook op wordt geweid. Ook hebben zij zeven hectare aan proefstroken voor grasland en deden zij mee aan een bemesting proef voor maïsland. "Wij willen graag zien waar de verliezen zitten en hoe wij het op ons bedrijf zo goed mogelijk kunnen doen".
In gesprek met de veehouders wordt al gauw duidelijk hoe zij als boeren in Nederland staan. "De wereldwijde vraag naar voedsel blijft maar stijgen en hier in Nederland zijn wij alleen maar bezig met biologisch en duurzaamheid. Daarmee gaan wij de wereld echt niet kunnen voeden". benoemt Jan Henk. De broers doen hun best om mee te blijven doen met alle veranderingen en proberen hier ook op voor te sorteren. Dit valt soms gewoon niet mee, waardoor het wel eens lastig is de motivatie te vinden waar het allemaal nog voor wordt gedaan.
Het bedrijf heeft wel een potentiële opvolger: de dochter van Roelof Jan. Daarom beseffen de broers ook dat het belangrijk is om door te blijven gaan en verder te ondernemen met het bedrijf. Met de potentiële opvolger krijgen zij nieuwe kennis en eigenschappen in het bedrijf. Zij heeft interesse in het boerenbedrijf en studeert nu aan de HAS in Dronten. "Soms wil ik het haar afraden om er überhaupt nog aan te beginnen, maar de wil is er wel", zegt Jan Henk.
De SAC-melkrobot draait al geruime tijd mee in het bedrijf en staat in het midden aan de linkerkant van de stal in het midden. Hierdoor hebben ze voor en achter de robot een groep koeien. "De robot bevalt op zich goed. Maar als wij de keuze nu opnieuw hadden moeten maken, waren we voor een melkstal met capaciteit gegaan. Het onderhoud aan de robot is vrij duur en de capaciteit valt tegen", aldus Jan Henk. "Over de kwaliteit van het onderhoud is hij wel tevreden.
Zonnecollector kan uit
De machinekamer van de melkrobot is naast de melkstal in een apart gebouw gemaakt. Met een bundel aan kabels en leidingen steekt de besturing over. "Door het gebouw apart van de stal te bouwen, houden we alles schoon en gescheiden". Boven op het bij gebouw ligt een zonnecollector die wordt gebruikt voor het verwarmen van het spoelwater. "Dit scheelt ontzettend veel gas en is een investering die zeker uit kon."
Het bedrijf levert de melk aan Leerdammer in Dalfsen en er wordt gevoerd van Fuite. De fabriek van Leerdammer is onderdeel van de Groupe Lactalis en focust zich voornamelijk op het maken van de specifieke Leerdammer-merkkaas.
Ook bij de kuilopslagen is het zorgvuldige werken terug te zien. De rijkuilen zijn allemaal voorzien van een grondlaag. "Het uitkuil is minstens net zo belangrijk voor ons als het inkuilproces", besluit Jan Henk.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.