Aangeboden door Limagrain
Maïschallenge winnaar Tim Ubbels aan het woord
Ruwvoertour deelnemer Tim Ubbels uit het Friese Jelsum wint de maïschallenge 2020. Hij blikt terug op het groeiseizoen en vertelt over zijn strategie en ervaringen.
Het maïsland perceel is in de 2e week van maart bemest met 40 kuub digestaat en is vervolgens geploegd. Een week na het ploegen is het bewerkt met de rotorkopeg om kluiten te voorkomen en de eerste hand te leggen aan een goed zaaibed. Een week voor het zaaien is het nogmaals bewerkt met de rotorkopeg, om op 22 april het maïszaad ''LG31.205'' te zaaien. Tijdens het zaaien is de kunstmest ''Maïs Map NP 20-20'' toegediend. Deze fosfaatrijke kunstmest mag Ubbels gebruiken omdat het geen derogatiebedrijf is.
Groei
Door de koude start van het jaar duurde het even voordat de mais op gang kwam. Dit heeft verder geen gevolgen gehad voor de maïsplant. Het perceel kwam gelijkmatig op, er was geen vogelvraat en was goed gezaaid. ''Alles was raak en toen het warmer werd hoorde je de mais bijna groeien'' zegt Ubbels. Omdat het perceel meedeed met de ruwvoertour is de groeicurve mooi in beeld gebracht. Zo laat de maïsplant in week 24 nog een hoogte zien van 42 centimeter, waar dat 3 weken later al 180 centimeter is.
Eindstadium
Op 24 september is de maïs geoogst op een drogestof percentage van 35,2 procent. In de kuil resulteerde dit in een droge stof percentage van 37,6 procent met 971 VEM en 351 zetmeel. Om de kuil zo snel mogelijk stabiel te krijgen en zo min mogelijk verliezen te laten optreden is ervoor gekozen om een inkuilmiddel te gebruiken.
Ervaringen
''De afgelopen jaren ben ik bewuster geworden van het teeltproces, dit komt mede door de deelname aan de maïschallenge. Hoe andere deelnemers de teelt aanpakken en welke strategie er wordt gehanteerd vind ik interessant. Op deze manier kan ik de vergelijking maken met onze teelt en kijken of er wat verbeterd kan worden. Het is een goed teeltjaar geweest voor ons, de maïs wil goed groeien op de zeeklei en na het zaaien hebben we er weinig werk aan. Beregenen doen wij niet en dat is het afgelopen jaar het grootste verschil geweest tussen de deelnemers. Het vocht leverend vermogen van de bodem is voldoende en het waren mooie gevulde kolven met een goede opbrengst. Het voelde bijna alsof we alleen het zaad erin hoefde te stoppen en de rest vanzelf ging en zo zie ik dat graag.''
