Om de groei in het gras te behouden is het belangrijk tijdig te beginnen met het beregenen van droge zandgrond. Uiteraard mits dat mogelijk is.
Op sommige plaatsen is het neerslagtekort dermate groot dat er zonder vochtaanvoer nu al gewasschade optreedt. In Oost-Nederland is de grondwaterstand sinds 15 maart bijvoorbeeld met 40 tot 70 centimeter gedaald. Op zonnige dagen loopt het tekort snel verder op. De vochtbehoefte van gras is dan gelijk aan 5 milimeter regenval per dag.
Keuzes bij beregening
Test de kneedbaarheid
Vraagt u zich af of u al moet met beregenen beginnen? Doe dan eerst de 'kneedbaarheidstest' van de grond in de wortelzone. Graaf een gat tot 20 centimeter diep (dit is overwegend de wortelzone van raaigrassen), neem een hand grond en knijp deze fijn in uw vuist. Als de grond goed kneedbaar is en als een bal op uw hand heel blijft, dan is beregenen nog niet nodig. Beregenen is wel nodig als de grond niet meer kneedbaar is en uit elkaar valt.
LET OP; te vroeg starten met beregenen werkt averechts, een plant gaat in de regel op zoek naar water via de wortels. Te vroeg beregenen maakt de plant 'lui'.
Preventieve maatregel: houd het kaliniveau op peil
In droogteperiodes kan voldoende kali het verschil maken en zorgen dat het gras er goed doorheen komt. Lagere drijfmestgiften en wisselende gehalten aan kali in rundveedrijfmest vragen om een kritische kijk op de kalibemesting op grasland.
Vanaf de tweede snede, zeker als er veel drogestof is geoogst, moet men bijbemesten met kali om tekorten te voorkomen. Hiermee worden de typische (droogte)stressfactoren in de zomer en het najaar voor grasland beperkt. Het strooien van 150 kg K-60 is een eenvoudige oplossing om de bodemvoorraad op peil te houden. Ook is het mogelijk te kiezen voor een gecombineerde meststof van stikstof en kali.