Het belang om van de eerste en tweede grassneden veel en kwalitatief goed gras te oogsten is, als gevolg van de drogere zomers, belangrijker dan ooit. Dat vraagt om anders en vooral nog bewuster inkuilen, stelt Ron Vennix. Lees de adviezen van Ron en zijn collega-teeltspecialisten ruwvoer van ForFarmers.
1. Denk al ruim voor de eerste snede na over de graskwaliteit
“Kijk wat jouw koeien nodig hebben om veel melk met hoge gehalten te produceren. Bij veel mais in het rantsoen, heb je meer eiwit in het gras nodig. Bij een grasrijk rantsoen wil je veel darmverteerbaar eiwit (DVE) en zo min mogelijk onbestendig eiwit (OEB) in de kuil hebben, omdat de koe van DVE uiteindelijk melk en melkeiwit maakt. Hier kun je met bemesting, maaimoment en het drogestofpercentage van het in te kuilen gras gericht op sturen.”
2. Begin met wiedeggen
“Met wiedeggen in het vroege voorjaar trek je slechte grassen als ruwbeemd en straatgras eruit en schud je het gras wakker. Bijkomend voordeel: boeren met muizen in het land krijgen de grond zo weer onderin de stoppel en alle molshopen zijn vlakgetrokken.”
3. Bemest op basis van onttrekking
“Stel je wilt met je eerste snede 3.500 kg drogestof en 180 gram ruw eiwit van het land halen. Vanuit die doelstelling reken je terug hoeveel drijfmest en kunstmest je moet toedienen. Mestmonsters kunnen daarbij waardevol zijn om te bepalen of je ook werkelijk de juiste hoeveelheid stikstof toedient.”
4. Stuur op eiwitkwaliteit
“Door een hoge eiwitkwaliteit uit ruwvoer verhoog je de eiwitefficiëntie in het rantsoen en bespaar je op de aankoop van eiwit. In 2019 hadden de kuilen van half mei een lager percentage ruw eiwit, maar meer DVE (darmverteerbaar eiwit) en minder OEB (onbestendige eiwitbalans). Dat maakt het eiwit bestendiger en dus beter van kwaliteit en dat levert echt winst op.”
5. Maai niet vroeg omdat je dat gewend bent en kuil iets droger in
“Wanneer je het perceel maait als er nog maar 2.500 kg drogestof op staat in plaats van de 3.500 kilogram waarvoor het perceel was bemest, dan is dat nadelig. Het eiwitpotentieel van gras blijft onbenut en de kuil is vaak te slap. Er moet ook nog flink worden gecompenseerd met structuurrijk voer en je verliest tientallen kilo’s stikstof. Ons algemeen advies is: hou 3.500 kilo drogestof aan als doel. Ben je dan door slecht weer vijf dagen later met maaien, dan kom je op 4.200 kilo en heb je nog altijd een meer dan prima kuil. Maar heb je 4.200 kilo drogestof als doel en je kunt dan pas vijf dagen later maaien, dan loop je een jaar lang achter de feiten aan: ruw eiwit onderuit, hergroei achterop, noem het maar op.” “Verder adviseren wij 40% tot 50% drogestof voor de bladrijke eerste snede en 30% tot 35% voor de tweede snede, die doorgaans wat stengeliger is. Droger inkuilen betekent meer DVE en minder OEB bij gelijkblijvend ruw eiwit. Dit maakt het graseiwit bestendiger en zorgt voor en gunstigere DVE/OEBverhouding en daarmee bespaar je op krachtvoer.”
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.