De boerenprotesten van de afgelopen maanden gaan ongetwijfeld leiden tot nieuwe afspraken tussen boeren en tuinders en de overheid. Maar leiden die afspraken tot een wezenlijk betere marktpositie voor onze boeren en tuinders? Vier ontwikkelrichtingen voor een betere marktpositie voor onze boeren en tuinders.
1. Kies voor Europese klanten
De Nederlandse land- en tuinbouw presenteert zich met trots als de op één na grootste exporteur van landbouwproducten wereldwijd: Nederlandse boeren en tuinders voeden de wereld. Dat is niet helemaal juist: meer dan 80% van de verse producten van Nederlandse bodem wordt in Europa verkocht. Dat is prima: het past in het streven naar circulaire land- en tuinbouw.
Op de Europese markt wordt vooral op kostprijs geconcurreerd. Nederland is echter geen goedkoop productieland en dat wordt de komende jaren niet beter. Hoe lang houden we dat vol? We moeten meer waardering zien te krijgen voor onze inspanningen in circulaire landbouw. Eerst in Nederland, daarna in de rest van Europa. Dat wordt uitdagend: in onze belangrijkste exportlanden groeit de voorkeur voor producten uit de eigen regio.
Wat daarbij kan helpen, is het intensiveren van de samenwerking met individuele klanten. In Nederland zien we dat steeds vaker. Op kleine schaal zijn er telers die leveren aan enkele PLUS-winkels in de omgeving. Op grote schaal werken Albert Heijn en Tasty Tom al jaren prima samen en hebben Lidl en Kipster elkaar - exclusief - gevonden.
Op onze grootste exportmarkt, Duitsland, concurreren we vooral op prijs en zijn samenwerkingsverbanden losser. Het kan immers altijd goedkoper. Dáár liggen kansen: duurzame samenwerking tussen producenten en hun afnemers leidt vrijwel altijd tot lagere ketenkosten en biedt een voedingsbodem voor innovaties. Dat is gunstig voor producenten én hun afnemers.
Tot slot: waar boeren en tuinders weten voor wie ze produceren, krijgen discussies over schaalgrootte een zinvollere context. Het is immers logisch dat een producent investeert om te kunnen meegroeien met zijn klanten.
2. Kies voor kwaliteit
De Nederlandse land- en tuinbouw communiceert met veel bravoure hoe ongekend productief onze boeren en tuinders zijn: varkensboeren brengen 30 biggen per zeug per jaar groot, we hebben koeien die meer dan 12.000 kilo melk per jaar leveren, etc. Dat is indrukwekkend.
Die aandacht voor onze productiviteit heeft een keerzijde. Allereerst dit: koopt u een iPhone omdat Apple zo productief is? Koopt u Nederlandse komkommers omdat er 250 per vierkante meter worden geoogst? Waarom schenken we niet meer aandacht aan de kwaliteit van Nederlandse producten? Kwaliteit is een prima verkoopargument. Ten tweede: een producent die snoeft over zijn productiviteit, triggert vooral een discussie over prijs. De boer daarentegen die verhaalt dat hij met veel zorg voor dierwelzijn het lekkerste varkensvlees produceert, maakt kans op een discussie die niet alleen over prijs gaat.
We moeten meer investeren in en communiceren over kwaliteit: smaak, voedingswaarde, etc. Stel dat het ons lukt om verse producten zo te verrijken dat voedingssupplementen overbodig worden? Dan leveren Nederlandse boeren en tuinders daadwerkelijk producten voor een gezonde levensstijl. Is dat geen geweldig perspectief voor iedereen die actief is in de land- en tuinbouw?
3. Treed uit de anonimiteit
Het succes van onze land- en tuinbouw is onder meer gebaseerd op ons vermogen om onze producten te standaardiseren. Daardoor werken onze verkoop- en distributienetwerken extreem efficiënt. Voor onze boeren en tuinders heeft dat succes een schaduwzijde: hun producten zijn onderling uitwisselbaar en ook steeds meer uitwisselbaar met die van hun buitenlandse collega’s.
Ik ken weinig verkopers van verse handel die me kunnen uitleggen waarom ik de voorkeur moet geven aan Nederlandse komkommers boven Spaanse komkommers. Dat doet geen recht aan boeren en tuinders die het verschil willen maken met hun producten of met hun manier van produceren. Zolang we dergelijke ondernemers geen gezicht geven en hun producten geen speciale aandacht, gaat het niet lukken om hogere prijzen voor hun producten te realiseren.
Laten we boeren en tuinders stimuleren om uit de anonimiteit te treden en samenwerking te zoeken met klanten die bereid en in staat zijn om hun extra inspanningen tot waarde te brengen. De afzetpartners (slachterij, melkfabriek, veiling, etc.) zouden daarbij actief kunnen helpen.
4. Integreer doelen
De keuze voor circulaire land- en tuinbouw is onvermijdelijk: we kunnen niet accepteren dat de productie van ons voedsel vruchtbare bodems uitput en lucht en water vervuilt. Die bronnen moeten we koesteren. Hoe? Dat vinden we dat de komende jaren wel uit. Ik zie een parallel met de woningbouw. We bouwen inmiddels energiepositieve huizen, huizen die per saldo energie opwekken. Laten we milieupositieve boerderijen gaan ontwikkelen: boerderijen die niet alleen voedsel produceren, maar tegelijkertijd positief bijdragen aan de kwaliteit van bodem, lucht en water.
De vierde uitdaging is om het streven naar circulaire landbouw te combineren met het streven naar voldoende productiviteit: het moet wel voldoende opleveren immers. Ik ben optimistisch: Nederland heeft alles in huis om in dit verband een gidsland te worden.
Betekenisvolle missie
En zo tekent zich een nieuwe, betekenisvolle missie voor onze boeren en tuinders af: Nederlandse boeren en tuinders dragen wezenlijk bij aan de voedselvoorziening in Europa met de lekkerste en gezondste verse producten die op de meest duurzame manier zijn geproduceerd.
Het is aan onze boeren en tuinders, al hun erfbetreders en hun afnemers om die missie inhoud te geven en aan de politiek om daarvoor in Europa een gelijk speelveld te creëren. Hand aan de ploeg dus; laten we met deze missie de boer op gaan.
Deze column is eerder verschenen in Trouw.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10885681/vier-ontwikkelrichtingen-voor-nederlandse-boer]Vier ontwikkelrichtingen voor Nederlandse boer[/url]
Hoera, bravo! Eindelijk eens positieve berichten. In elk geval opbouwend, progressief. Iemand die snapt waar het over gaat.
Slechts een klein dingetje:
"meer dan 80% van de verse producten van Nederlandse bodem wordt in Europa verkocht. Dat is prima: het past in het streven naar circulaire land- en tuinbouw."
Dat is helemaal niet prima, die export kunnen we niet gebruiken in deze tijden van milieu problematiek.
Maar verder mooi gezegd.
Nu nog de actieboer dit aan zijn verstand zien te peuteren.