Voor de kust van Peru in de Grote Oceaan begint het zeewater op te warmen. Het lijkt er op dat er een nieuwe El Niño begint. Langs de evenaar (in de oostelijke Grote Oceaan) komt in de loop van sommige jaren een sterke opwarming van doorgaans koel zeewater voor. En die is van invloed op het weer in grote delen van de wereld, waaronder Europa.
Normaliter wordt het water voor de westkust van Zuid-Amerika door een zuidelijke stroming aangevoerd, die voert namelijk koud water uit het Zuidpoolgebied aan. Dat koude water is zeer rijk aan nutriënten, wat een sterke plankton- en visgroei tot gevolg heeft.
In een jaar met een El Niño treedt echter een stroming op die tropisch oceaanwater uit de omgeving van Indonesië en de Filipijnen uitvoert. In 1982/1983 en 1997/1998 was de temperatuur daardoor respectievelijk 2,85 en 2,8 graden Celsius hoger.
Zware regenval
Dat warme water bevat minder voedingsstoffen en dus minder vis. Voor de Zuid-Amerikaanse vissers is dat een economische ramp. Bovendien verdampt het opgewarmde oceaanwater sneller dan normaal, waardoor het doorgaans uitzonderlijk droge gebied (in een jaar van een El Niño) wordt geteisterd door zware regenval.
Aan de andere kant van de Grote Oceaan (Australië tot Indonesië) zijn de gevolgen ook ernstig. Daar leidt een El Niño juist tot een uitzonderlijke droogteperiode, met alle gevolgen van dien voor de landbouwsector. De uitzonderlijke krachtige El Niño van 1997/1998 leidde bovendien tot grote bosbranden in Indonesië. Plaatselijke boeren hebben de gewoonte om stukjes bos plat te branden voor nieuwe akkers. Die doven snel door het vochtige, tropische klimaat.
Droogte in andere gebieden
Echter, als de regen in de jaren met een El Niño uitblijft, dan kunnen deze uitgroeien tot catastrofale vuurzeeën. In 1997/1998 leidde dat tot ernstige smogvorming (bijvoorbeeld in Singapore). Bovendien toonden de Duitse, Britse en Indonesische onderzoekers aan dat aanhoudende bosbranden zeker 2,6 miljard ton CO2 in de atmosfeer pompten.
Ook in de rest van de wereld is het effect van een El Niño groot; zo is berekend dat de krachtige El Niño van 1982/1983 wereldwijd een schade van $8,2 miljard heeft veroorzaakt. De El Niño van 1997/1998 heeft volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie in meer dan 60 landen aanleiding gegeven tot extreme weersomstandigheden.
Minder strenge winter
In totaal zijn 41 landen getroffen door overstromingen en 22 landen door droogte. De schade die de El Niño van 1997/1998 heeft veroorzaakt was een veelvoud van het schadebedrag in 1982/1983. Overigens heeft een El Niño ook positieve effecten; zo komen er minder orkanen voor boven de Atlantische Oceaan en het Caribisch gebied en is de winter gemiddeld minder streng in het noorden van de Verenigde Staten.
In West-Europa zijn de effecten van een El Niño niet zo groot. Een El Niño leidt in Nederland, statistisch gezien over de periode 1870 tot 2000, tot een relatief nat voorjaar.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10880645/het-begin-van-een-nieuwe-el-ni-o]Het begin van een nieuwe El Niño[/url]