In de afgelopen 10 jaar zijn er in de zuivelmarkt 2 crisissen geweest. De eerste vond plaats in 2009, toen de prijzen naar een dieptepunt kelderden. Van november 2007 tot mei 2009 daalde de boerderijprijs in de Europese Unie (EU) met meer dan 50%. Na 2013 ging het opnieuw mis; van november 2013 tot juli 2016 daalde de prijs wederom met ruim 50% en kwam deze onder de langetermijntrendprijs te liggen.
De oorzaken van de crisissen waren heel verschillend. Bij de eerste crisis ondervond de vraag naar voedsel een terugslag van de financiële crisis in 2008 en dat leidde tot vraaguitval in de markt. Bij de tweede crisis was de aanleiding het door Rusland ingestelde importverbod op Europese landbouwproducten, als gevolg van de crisis rondom Oekraïne. Maar, de werkelijke oorzaken lagen nog dieper. Aan de eerste crisis ging een hoge prijspiek vooraf, als gevolg van een sterke vraag (vooral uit China).
Ook bij de tweede crisis ging een grote prijspiek vooraf. Deze werd echter gevolgd door een sterke groei van de productie in de EU, deels als reactie op de afschaffing van het melkquotum. Toen de vraag naar producten in Azië (met name China) vervolgens terugviel, kwam de zuivelmarkt in een mineurstemming terecht en ontstond er een aanbodoverschot; met wederom extreem lage prijzen tot gevolg.
Averechtse reactie van melkveehouders
Wat opvalt is dat de prijzen daalden, maar dat dit niet voor een daling van de Europese melkproductie heeft gezorgd. Economen noemen dit een 'averechtse aanbodreactie'. Doorgaans verwacht je dat stijgende prijzen voor een hoger aanbod zorgen en lage prijzen tot het omgekeerde, maar dat gebeurde niet. Wat daarbij zal hebben meegespeeld, is het feit dat de melkprijs voorafgaand aan de crisissen hoog was. De snelle opvoering van de productie had tot gevolg dat de crisissen extra werden verdiept. Je zou kunnen zeggen: hoge pieken leiden tot diepe dalen.
De EU probeerde melkveehouders met behulp van diverse maatregelen (zoals het opkopen van interventievoorraden en speciale hulppakketten) te helpen. Aanvankelijk leken die weinig te helpen, omdat de melkprijs laag bleef en in de Baltische lidstaten zelfs onder het vangnetniveau uitkwam. Een van de laatste maatregelen van Europese Commissie (EC) was dat ze de boeren geld betaalden als deze vrijwillig minder zouden produceren. Volgens sommigen was dat effectief en leidde het mede tot een keerpunt in de crisis en een voorzichtig herstel van de prijzen.
Leren van de crisissen
Welke lessen kunnen uit de ervaringen worden getrokken? Allereerst dat een crisissituatie niet ver weg hoeft te zijn. We hebben er nu in 10 jaar tijd 2 gehad. Ze waren extreem, maar in minder extreme vorm komen ze nog vaker voor. Elk jaar krijgt circa 30% van de boeren en tuinders in de EU te maken met een terugval in de opbrengsten van 20% of meer. De landbouwmarkten zijn volatiel en het is de boer die het prijsrisico loopt.
Ook zijn de weersomstandigheden elk jaar anders en worden deze door klimaatverandering steeds onregelmatiger, met meer extremen. Droogte is daar een voorbeeld van, zo ook in 2018. Het verschil tussen een tekort en overschot is vaak gering. Soms valt het ook mee; de vooruitzichten voor de zuivelmarkt van 2018 leken vorig jaar rond deze tijd slechter dan dat de praktijk uiteindelijk heeft uitgewezen.
Een tweede les is dat de boeren in eerste instantie 'averechts' lijken te reageren. Ze proberen hun 'cash flow' op peil te houden en gaan eerder meer dan minder produceren. Dat gebeurt niet alleen in Nederland, maar in vrijwel alle lidstaten (behalve Frankrijk, Griekenland en Kroatië). De derde les is dat beleidsmakers proberen te helpen als er sprake is van een extreme crisis, maar dat Brussel niet meer in staat is om de problemen voor de melkveehouders op te lossen.
Risicomanagement en liquiditeitsbeheer als strategie
Crisissen zijn pijnlijk en vragen dus om voldoende weerstandsvermogen vanuit bedrijven. Risicomanagement en liquiditeitsbeheer worden steeds belangrijker voor een gezonde bedrijfsvoering. De productie opvoeren als de prijzen laag zijn, is waarschijnlijk geen slimme collectieve strategie. Het kan voor individuele bedrijven tijdelijk werken, maar als het te lang duurt of de crisis te ernstig wordt, dan kan het ook fout gaan en bedrijven in problemen brengen.
Sinds 2017 rapporteert ABN Amro, samen met Wageningen Economic Research (WUR), elk kwartaal de liquiditeitsbarometer. Dat doen we voor de melkveehouderij, maar ook voor andere sectoren. We hopen daarmee de ondernemers inzicht te geven en te ondersteunen bij het managen van hun liquiditeiten. De marges in de sector zijn smal en de stap van 'een groei van de rekening-courant' naar 'een krimp van de rekening-courant' is snel gemaakt.
Roel Jongeneel is senior expert Scientist en Market Outlook bij Wageningen Economic Research (het voormalige LEI). Pierre Berntsen is directeur Agrarische Bedrijven bij ABN Amro.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10881017/leren-van-de-zuivelcrisissen]Leren van de zuivelcrisissen[/url]