Op 8 juli 2017 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de 'Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017' aangenomen. Doel is een versnelling van de duurzame transitie van de veehouderij. Hierover is de afgelopen dagen al veel gepubliceerd via blogs en anderszins. In deze blog beperk ik mij tot twee wijzigingen die op het laatste moment zijn doorgevoerd. Ze hebben betrekking op het stalderen.
In Oost- en Midden-Brabant is het enkel nog mogelijk om nieuwe stallen te ontwikkelen als elders stallen verdwijnen. Er worden zes stalderingsgebieden onderscheiden. De stalderingseis is alleen gesteld aan hokdierhouderijen. Hokdierhouderijen zijn volgens de verordening alle veehouderijen met uitzondering van de melkveehouderij en schapenhouderij. De oppervlakte van de sanering dient tenminste 110% te bedragen van de nieuwe oppervlakte. Op deze manier wordt 10% afgeroomd. De stalderingsregels werken rechtstreeks.
Ontheffingen
In de definitieve verordening is een nieuwe overgangsbepaling toegevoegd. Het gaat om artikel 42, derde lid van de verordening. Hierin staat dat de stalderingsregels niet van toepassing zijn op gevallen waarvoor Gedeputeerde Staten een ontheffing hebben verleend. Voorwaarde voor deze ontheffing is dat er elders een stal is gesloopt. Deze uitzondering geldt slechts op de omvang die feitelijk gesloopt is.
Veel kleiner
De restrictie 'tot ten hoogste de omvang die feitelijk gesloopt is' staat echter op gespannen voet met de jurisprudentie van de Raad van State. Hieruit blijkt dat de intensieve veehouders die een ontheffing hebben niet de dupe mogen worden van een nieuwe verordening. Dat worden zij met deze overgangsrechtelijke bepaling wel, nu de oppervlakte van het oude stal in de regel (veel) kleiner zal zijn dan de oppervlakte van het nieuwe stal.
Wet markt en overheid
Verder is ten opzichte van de ontwerpverordening de regel toegevoegd dat het bewijs dat aan de stalderingsregels is voldaan, wordt uitgegeven door of namens Gedeputeerde Staten. Kennelijk is deze regel in allerijl toegevoegd om een basis te creëren voor nieuwe door Gedeputeerde Staten vast te stellen regels. Deze nieuwe regels zullen onder andere gaan over de invulling van de 'stalderingsbank'.
Voor zover mij bekend is nog steeds niet helder welke regels voor de stalderingsbank gelden. Dit verbaast mij omdat dit onderdeel van de verordening rechtstreeks werkt. Behalve verbazing, roept het ook veel juridische vragen op.
Mededingingswet
Van belang is verder nog dat hiervoor door Provinciale Staten een 'algemeen belang besluit' is genomen op basis van artikel 24h, zesde lid van de Mededingingswet. Het gevolg van dit besluit is dat de in de 'Wet markt en overheid'
opgenomen regels (zoals het gebod om bij het aanbieden van producten of diensten minimaal de kosten daarvan in rekening te brengen) op het stalderen niet van toepassing zijn. Hiertegen kan bezwaar worden gemaakt en zo nodig kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. De regeling zet makelaars nu buiten spel.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.