Je hebt gewone boeren en beregenboeren, wordt weleens gegrapt onder akkerbouwers. Dit jaar is iedereen een beregenboer, mits je uiteraard de mogelijkheden hebt. Week aan week slepen met slangen en buizen roept vragen op. Kan en moet het anders?
De beregeningshaspels stonden vaak jaren in een hoek van de schuur te verstoffen. Alleen bij echt droog en warm weer kwamen ze in actie; vaak met tegenzin. Echter, ook bij deze machines is een professionaliteitsslag gemaakt. Dat zie je als duidelijk terug in hoogrenderende gewassen als bloembollen en groentes. Inmiddels heeft menig akkerbouwer 1 of meerdere haspels in de schuur staan.
Vaker beregenen
Elektronische snufjes, of zelfs een slangenhaspel, maken dit vervelende klusje een stuk gemakkelijker. Je bent immers vaak in de modder en op onmogelijke tijden aan het werk. Alle gemakken zijn welkom. Mede daardoor is fiks geïnvesteerd. Logische vervolgstap is dat er vaker beregend wordt. De machines staan er immers toch, is dan de opvatting. Zo zie je deze zomer zelfs dat de groenbemester wordt beregend.
Uiteraard is deze lust, of last, niet voor iedereen weggelegd. De beschikbaarheid van voldoende zoet water is een groot probleem; zeker in Zeeland, een akkerbouwgebied bij uitstek. Ook langs de Waddenkust is dat het geval, of op plekken waar bruinrot- en ringrotbesmettingen een rol spelen. Met kunst en vliegwerk wordt zoet water aangevoerd, om zodoende toch iets te kunnen doen. Tot overmaat van ramp besluiten overheden soms ook nog de verzilting in de hand te werken door sluizen op te zetten. Denk aan de Haringvlietdam.
Keerpunt
Het extreme jaar 2018 wordt steeds meer gezien als keerpunt voor de akkerbouw. Is het realistisch om bij de huidige klimaatgrillen van deze eeuw 40 ton aardappelen op contract te telen, jaar op jaar? Wellicht dat qua watervoorziening en beregening ook een keerpunt wordt bereikt. Zo hoor ik opvallend vaak telers praten over pivots. Verdient deze techniek opnieuw aandacht?
In de Veenkoloniën draaien 3 van deze machines; zowel center als laterale pivots. Draaiden moet ik zeggen, want 1 is al verdwenen. Tussen 2007 en 2011 deed PPO proefboerderij ’t Kompas in Valthermond proeven met beregening en bemesting in zetmeelaardappelen. In de proefjaren werd wisselend geen tot 4 keer beregend en extra bemest. De meeropbrengst lag 2% tot 4% hoger, waardoor het niet als rendabel werd gezien. De pivot verdween weer snel uit beeld.
Wapenen tegen extremen
Sinds 2011 hebben de haspels echter veel gedraaid; net zoals de sleuvenfrezen. Als agrarisch ondernemer ben je tegenwoordig verplicht om gereed te staan bij extremen. Vaak gebeurt dat nog in hetzelfde jaar ook. Goede apparatuur maakt die klus wel iets gemakkelijker. Sensoren kunnen in gevallen van droogte helpen om het juiste moment van beregenen te bepalen.
Naast investeringen in beregentechnieken als pivots op kaarsrechte polderkavels, is het goed om te kijken naar de beschikbaarheid van zoet water. De Duitse deelstaat Beieren maakt €9 miljoen vrij voor de aanleg van een meer en leidingnetwerk voor beregenwater. Moet zoiets voor bepaalde Nederlandse akkerbouwgebieden ook gebeuren? In onder meer het Verenigd Koninkrijk is het normaal dat aardappel- en uientelers bassins aanleggen, zodat in de natte wintermaanden een watervoorraad kan worden aangelegd. Is dit ook voor ons land realiteit?
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/blogs/column/10879482/beregenen-van-hobby-naar-bittere-ernst][/url]