Boeren mogen graag benoemen dat collega's in Oost-Europa flink gesubsidieerd worden met geld uit Brussel om nieuwe trekkers en machines aan te schaffen. In Nederland kunnen we er ook wat van. Is dat een last of een lust voor agrarisch ondernemers? Ik heb mijn twijfels.
Twee weken terug reed ik door Engeland. Ruwweg van Dover tot Peterborough (lijn Calais-Alkmaar) en weer terug. Wat me onder andere opviel was het contrast tussen Nederland en onze afgelegen 'westerburen'. Een Nederlandse akkerbouwer is tevreden gestemd wanneer het erf er netjes bij ligt, de schuren knap zijn en de machines gepoetst en onder dak staan. Ook bij menig veehouder zijn anno 2017 de zaken tot in de puntjes geregeld. In Engeland wordt daar lang niet altijd dezelfde aandacht aan gegeven. De urgentie wordt gewoon niet gezien. Hoe komt dat eigenlijk, vroeg ik me af.
Jaloersmakend machinepark
Ook in de machineparken zijn er verschillen. Wanneer je ziet wat menig Nederlandse akkerbouwer in de schuur heeft staan, materiaal om een loonwerker mee jaloers te maken, dan vraag je je af of de akkerbouw ooit slechte jaren kent. We weten met z’n allen wel beter. Ook in Engeland zie je zware trekkers en brede combines, maar dat is lang niet overal gemeengoed. Een 30 jaar oude trekker is er niet uit nostalgische overwegingen, maar pure noodzaak.
Graan telen is armoede
Uiteraard kunnen hoog renderende gewassen als (poot)aardappelen, uien (niet dit jaar), bloembollen en peen (ook niet dit jaar) flink wat geld in het laatje brengen. Tenminste, die potentie is er. Gezien het aantal investeringen wordt die potentie echt wel benut, gelukkig maar! Vaak kun je ook niet anders, gezien ons belastingstelsel. Graan is armoede, zeker bij de huidige marktprijzen. Hard maar waar. Met dit in het achterhoofd reed ik door Engeland. Zo dwaalde mijn gedachte over het punt van de subsidies. Ook daarmee zijn we een apart landje. Veel van die moderne en superluxe machines op een akkerbouw-erf zijn mede mogelijk gemaakt door subsidiegeld.
Geen problemen met de EU
Een Europese vlag op een bord of machine plakken. Daar waren de Britten fel tegen. Het was een veelgehoord punt bij voeren voorafgaand aan de brexit. Nederlandse boeren zijn ook niet zo pro-EU, zoals bijvoorbeeld een Poolse boer dat is, maar voor een riante subsidie willen we wel een bord plaatsen. Wat erop staat zal ze een worst wezen. Met behulp van dergelijke fondsen rijden nu 30 jaar oude trekkers rond met rtk-gps aan boord, zijn de ploeg, zaaimachine, schoffelmachine en oogstmachine uitgerust met de modernste techniek en is er geen boer in Europa die zoveel elektronica aan de spuit heeft hangen als een Nederlander.
Land- en tuinbouw profiteert
Eind juni maakte RVO de cijfers voor de Mia/Vamil en EIA subsidies over 2016 bekend. De land- en tuinbouw is verreweg de grootste ‘profiteur’ (in de positieve zin van het woord) van deze subsidieregelingen. De EIA kreeg in 2016 17.192 aanvragen te verwerken. Goed voor €1,35 miljard aan investeringen. Mia/Vamil bleek goed voor bijna 10.000 aanvragen en een investeringssom van €2,6 miljard. Een flink stuk van de taart is voor de landbouw, zo wijzen de volgende cijfers uit.
Mia/Vamil in cijfers
In totaal kreeg RVO 323 aanvragen voor GPS-systemen voor precisielandbouw. Goed voor €6 miljoen. Dit wordt gevolgd door 205 aanvragen voor apparatuur ‘voor plaatsspecifieke verzorging van gewassen’. Totale investering: bijna €13 miljoen. Ook spuitmachines met plaatsspecifieke toediening doet met 177 aanmeldingen (€20 miljoen) leuk mee. Het zijn niet alleen machines waar graag subsidie voor wordt binnen geharkt. De categorieën duurzame stallen, voor varkens en pluimvee, scoren nog hoger.
Oneerlijke verdeling
Deze subsidies zijn voor een deel de katalysator waarom akkerbouwend Nederland zo goed in de mechanisatie zit. Ik zie het in de praktijk gebeuren. Een enkeling valt in de prijzen, terwijl het overgrote deel beteuterd toekijkt. Dat is het geval bij de POP3 subsidierondes. Niets meer dan prijsschieten. Het komt er meestal op neer dat de boer, die toch al wilde investeren, een flink extraatje binnenharkt over het bruto bedrag, en dat zijn kleine collega met verouderde techniek zo door blijft rijden.
Wat heb je aan een spuit van een ton?
Een boer opperde eens het idee tegenover mij dat geld eerlijk te verdelen. Op iedere veldspuit verplicht sectieafsluiting opbouwen. Relatief kleine kosten en direct een grote milieuwinst. De dealer heeft werk, de fabrikanten kunnen veel verkopen. Winst voor iedereen. Niet eens zo’n gek idee. Je kunt je afvragen wat natuur en milieu hebben aan één hele dure spuit van dik een ton. Bovendien krijg je er alleen maar scheve verhoudingen van. Dan wordt de subsidie geen lust maar een last.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/ondernemen/blogs/column/10875036/zijn-subsidies-een-lust-of-een-last][/url]