Nu is het tijd voor de digitale data revolutie

In de eerste week van dit jaar organiseerde LEI Wageningen UR voor de derde maal het ‘Grote Agrodebat’. Het overkoepelend onderwerp was dit jaar data. De agrarische sector is in staat gigantische hoeveelheden data te produceren maar, wat kun je ermee?

Big data, drones, online retail, virtual reality, kunstmatige intelligentie. Allemaal onderwerpen die voorbijkwamen op het Grote Agrodebat van het LEI. Verpakt in acht stellingen kon het publiek voor- en tegenstanders aanhoren en hun stem uitbrengen. Opvallend was het hoge aantal grijze koppen of liever gezegd; het ontbreken van de jeugd. Waarom?

De ontwikkeling van nieuwe technologie gaat enorm snel. Dat was ook één van de boodschappen die in Bunnik verkondigd werd. Kijk niet naar wat over vijf jaar mogelijk is. Grote kans dat het nu al werkelijkheid is. Het wordt pijnlijk duidelijk dat de mens de belemmerende factor is omdat wij niet snel mee evolueren.

In die enorme snelheid schuilt ook het gevaar. Want, wat je vandaag ontwikkeld is morgen verouderd. We kunnen ook te ver doordraaien. Een luier die je appt wanneer hij vervangen moet worden, daar gaan we de oorlog niet mee winnen. Niet alles hoeft slim te zijn en verbonden met het internet.

Kennis is macht ', zei Francis Bacon. Data zou dus ook macht moeten zijn. Maar, is dat wel zo? De landbouw is er het levende bewijs van. Data verzamelen is het probleem niet. GPS, sensoren, drones en camera’s helpen daarbij. Dat doen ze overigens al sinds begin jaren negentig. Desondanks hebben we nog geen flauw benul wanneer we waar hoeveel kunstmest moeten strooien om ervoor te zorgen dat we een beter financieel rendement kunnen realiseren. Dat is echter complexe materie. Eén probleem kan misschien wel honderd oorzaken hebben.

Kennis is macht en macht is geld. Met data kun je dus geld maken? De grijze koppen in de zaal bij het LEI hopen daar wel op. Zo wordt data ook wel de nieuwe olie genoemd. Of dat het geval is zal de tijd uitwijzen. Het lijkt een beetje utopie. Vooral de komende jaren moeten we – binnen de landbouw – onze data vrijgeven om de kennisontwikkeling op peil te houden. Stel dat we alle agrarische data in een supercomputer invoeren en daarbij ieder mogelijk scenario invoeren en de mogelijke oplossing. Kan die supercomputer je mooi vertellen wanneer kunstmest moet worden gestrooid.

Dat slimmer worden van apparaten gaan we ook op een andere manier merken, die binnen de agrarische sector nog onderbelicht is. Gebruikers van een iPhone of Android telefoon praten misschien al regelmatig tegen hun toestel. Functies als Siri maken het mogelijk om met een dom stukje plastic te babbelen. Dat is niet eens vervelend te noemen. Ook die ontwikkeling zet zich door. Binnen niet al te lange tijd kun je in de trekkercabine vrolijk overleggen met je GPS systeem en trekker.

Kan die je mooi advies geven over waar je hoeveel moet spuiten of strooien. En, wanneer dit daadwerkelijk mogelijk is, wat mag de fabrikant dan opslaan en gebruiken? Of timmert de fabrikant alles dicht zodat de John Deere trekker alleen met een John Deere spuit werkt en goedgekeurde middelen toelaat. Misschien dat de middelen wel goedkoper worden wanneer er constant reclame wordt getoond op je GPS scherm.

Nog even terug naar mijn beginpunt. De gemiddelde leeftijd tijdens het Agrodebat valt op. Tenminste, wel onder jongere bezoekers. Had dat met de nieuwjaarsborrel daarna te maken of ligt de oorzaak elders? Je zou verwachten dat vooral de jongere generatie zich in big data interesseert en nieuwe inzichten toont. Wie nu vooral in het nieuws opduiken zijn grijze koppen. Die kunnen terugkijken op decennia ervaring maar, is het niet tijd voor frisse nieuwe ideeën?

We praten niet over een doorontwikkeling, maar over een revolutie. Dat vraagt om radicale beslissingen. De zaal was er duidelijk over toen een dergelijke stelling werd gelanceerd. Jongeren kunnen het allemaal wel mooi bedenken maar, de seniors moeten het uitvoeren. De toekomst wijst uit of iedereen het tempo van de revolutie bij kan houden en of jong niet heel snel oud wordt.

Niels van der Boom

Niels van der Boom is senior marktspecialist akkerbouwgewassen bij DCA Market Intelligence. Hij maakt vooral analyses en marktupdates over de aardappelmarkt. In columns deelt hij zijn scherpe blik op de akkerbouwsector en technologie.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.