Donderdag 25 april 2013 heeft de Tweede Kamer gesproken over de beleidswijziging van de Deutsche Bank en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse boeren, MKB’ers en binnenschippers. Van een echt debat, waarvan de Tweede Kamer zo vaak het toneel is, was nu geen sprake. Alle partijen waren niet gelukkig met de beleidswijziging en er er was bezorgdheid over de gevolgen die de koerswijziging van Deutsche Bank kan hebben voor de betrokken ondernemers.
Door verschillende partijen werd aangehaald dat de Deutsche Bank nog maar drie jaar geleden onder druk van ‘Brussel’ het totale klantenbestand zeer voordelig had gekocht, nu alleen de zeer grote rendabele klanten wil houden en de grote groep minder rendabele klanten weer wil lozen. Diverse partijen vonden dat van de ondernemers niet kan worden verlangd dat zij bij vertrekboetes moeten betalen nu het initiatief bij de Deutsche Bank ligt. Een aantal volksvertegenwoordigers pleitte ervoor dat de Deutsche Bank ook de kosten voor de nieuwe financiering zoals afsluitkosten, taxatiekosten, hypotheekakte, etcetera zou moeten vergoeden.
De politiek is zich bewust van het grote belang van een goede oplossing voor de getroffen ondernemers. Minister Dijsselbloem heeft aangegeven zich hiervoor in te willen zetten. Het geluid dat de brancheorganisaties hebben laten horen is dus in ieder geval wel doorgedrongen tot Den Haag. De minister heeft aangegeven dat de navolgende toezeggingen uit het overleg met de Deutsche Bank zijn gekomen: 1. lage boetes worden kwijtgescholden, 2. bij hoge boetes wordt de financiering op marktconforme voorwaarden voortgezet c.q. verlengd en 3. er wordt een passende en redelijke oplossing voor iedere ondernemer geboden.
In juni van dit jaar komt er in de Tweede Kamer een evaluatie van de ervaringen en problemen tot dan. Zowel de klanten van de Deutsche Bank als de brancheorganisaties kunnen tevreden zijn over de bijval die ze van de politiek hebben gekregen, maar daarmee zijn voor vele klanten de problemen bij lange na niet opgelost. Immers, niet is concreet aangegeven wat een ‘hoge’ en een ‘lage’ boeterente is. Als de Deutsche Bank onder een lage boete die zij bereid is kwijt te schelden, een boete van bijvoorbeeld 5.000 euro verstaat, dan biedt dat nauwelijks een oplossing.
De Deutsche Bank heeft zich hierover (nog) niet willen vastleggen en geeft er blijkbaar de voorkeur aan om per klant de discussie te willen aangaan. Het mag duidelijk zijn dat de klant zich goed moet voorbereiden en zich wellicht moet laten bijstaan door een juridisch en/of financieel adviseur.
Zoals ook in de behandeling in de Tweede Kamer werd aangehaald, bieden de wet en jurisprudentie verschillende aanknopingspunten voor een ‘faire behandeling’. Het ligt dan ook voor de hand dat in voorkomende gevallen uiteindelijk de rechter een uitspraak wordt gevraagd over de redelijkheid van de geëiste boeterente en de bijkomende kosten. Hierbij kan rekening worden gehouden met degene die de beëindiging heeft geïnitieerd (Deutsche Bank) en de redelijke en gebruikelijke reorganisatiekosten.
Een ander probleem is heel praktisch van aard. Als voor alle klanten die de bank wil zien vertrekken een passende oplossing moet worden gezorgd, dan vraagt dat een geweldige inspanning van de zijde van de Deutsche Bank. Juist nu zij, vooruitlopend op de reorganisatie, regiokantoren heeft gesloten en accountmanagers heeft ontslagen. Dan lijkt het op zijn minst twijfelachtig of zij die toezeggingen kan nakomen.
Ook de toezegging dat de Deutsche Bank de financiering voortzet op ‘marktconforme voorwaarden’ levert in de praktijk problemen op. Immers, wat zijn “marktconforme voorwaarden” voor bedrijven die bij andere banken worden geweigerd? Feitelijk is er immers geen markt.
Eenzelfde probleem geldt voor bedrijven die een uitbreiding van hun financiering nodig hebben. De Deutsche Bank heeft steeds aangegeven dat zij een dergelijke aanvraag alleen in behandeling wil nemen als er een verklaring van een andere bank ligt dat zij die financiering niet willen verstrekken. In het debat is niet gebleken dat de Deutsche Bank deze eis laat vallen.
In de praktijk betekent dit dat je als ondernemer hiermee in feite een bewijs moet overleggen dat je overgeleverd bent aan de barmhartigheid van de Deutsche Bank. Dit lijkt te botsen met ‘marktconforme voorwaarden’ en kan niet anders dan tot problemen leiden, omdat er immers geen sprake meer is van een gelijkwaardige onderhandelingspositie.
Enkele praktijkvoorbeelden van de afgelopen weken laten ook zien dat er nog geen reden is om te vertrouwen op een soepele afhandeling, integendeel, ‘rücksichtslos’ lijkt vooralsnog een betere typering voor het handelen van de Deutsche Bank. Opvallend is verder dat (te) veel klanten (en niet alleen van de Deutsche Bank) die in het verleden een renteswap hebben afgesloten, blijkbaar geen idee hebben van de gevolgen bij vervroegde aflossing, bij het niet synchroon lopen van de renteswap met de aflossingen op de lening en bij hogere renteopslagen.
Samengevat kan er gesteld worden dat het verheugend is dat de politiek inmiddels doordrongen is van het belang van deze kwestie, maar dat het van iedere ondernemer nog de nodige inspanning en alertheid vergt om tot een acceptabel eindresultaat te komen.
mr. Marianne Adema
Adema advocatuur & advies
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.