Speelt de Bank of England een spel?

Met een felle stijging van het Britse pond kiezen financiële markten positie voor een verhoging van de rente door de Bank of England. Die rentezet laat mogelijk langer op zich wachten dan iedereen denkt.

De brexit-onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en de Europese Unie zijn een week uitgesteld, maar toch staat het pond volop in de schijnwerpers. De munt schoot vorige week met bijna 3% omhoog, ten opzichte van een mandje andere valuta’s, zoals de euro, de dollar en de yen. Dat is de grootste terreinwinst in meer dan 8 jaar. Het is bovendien een opvallende trendomslag. Enkele weken geleden leek het pond, na een koersdaling van 25% binnen 2 jaar, nog hard op weg naar pariteit met de euro.

De rally van het pond wordt veroorzaakt doordat handelaren positie kiezen voor een verhoging van de rente door de Bank of England (BOE). Vorige week donderdag 14 september zei BOE-voorzitter Mark Carney dat de mogelijkheid van een rentezet absoluut is toegenomen. De boodschap kwam extra hard binnen, omdat de opmerking van Carney 1 dag later herhaald werd door BOE-gouverneur Gertjan Vlieghe. Vlieghe staat bekend als een grote voorstander van een ruim monetair beleid binnen het beslissingscomité. Vlak na het brexit-referendum was hij de eerste die zich sterk maakte voor een renteverlaging.

Schot door de boeg
Met de flinke stijging van het pond heeft de Bank of England een voltreffer geplaatst op de valutamarkten. De kans is echter groot dat het de bedoeling was om alleen een schot voor de boeg te geven. Veel marktpartijen gaan ervan uit dat een verhoging van de rente bij de volgende bijeenkomst (op 2 november) onvermijdelijk is.

De Bank of England heeft de afgelopen jaren echter een reputatie opgebouwd van ferme woorden, die vervolgens niet worden opgevolgd door stevige daden. Ondanks dat de bank verschillende keren zinspeelde op een rentezet, is het meer dan 10 jaar geleden dat de rente voor het laatst echt werd verhoogd.

Op het eerste gezicht is er nu wel een goede reden om de rente op te schroeven. De inflatie is gestegen tot bijna 3%, ruim boven de officiële doelstelling van 2%. De bank kijkt (naast het inflatieniveau) ook naar wat daarachter schuil gaat. De oplopende inflatie is voor het overgrote deel toe te schrijven aan de koersval van het pond. Na de recente opleving kost 1 pond nu €1,13, terwijl dat vlak voor de stembusgang meer dan €1,30 was.

Lonen stijgen niet snel genoeg
Buitenlandse producten en diensten kosten, omgerekend naar de Britse munt, een stuk meer. Zo heeft Lego de prijzen in Groot-Brittannië al met 5% verhoogd. De loongroei houdt geen pas met dit soort prijsstijgingen. In de eerste helft van het jaar lagen de salarissen gemiddeld 2% hoger dan een jaar eerder. Door een te vroege renteverhoging ontstaat het gevaar dat de economische groei wordt afgeremd op hetzelfde moment dat de koopkracht van veel huishoudens onder druk staat.

Daar komt bij dat de politieke onzekerheid zeer hoog is. De brexit-onderhandelingen, die maandag 25 september van start gaan, kunnen veel invloed hebben op de waarde van het pond. Voorlopig is het dan ook veel te vroeg om mee te liften op de opleving van de Britse munt. Het is ook onverstandig om te speculeren op een nieuwe terugval. Als de Bank of England bij een schot voor de boeg het pond al flink in de lift zet, laat het zich per slot van rekening raden wat er gebeurt als de bank vroeg of laat daadwerkelijk de rente opschroeft.

Laurens Maartens

Laurens Maartens is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal- en Wisselmaatschappij (NBWM). Maartens analyseert de actuele valuta-ontwikkelingen en verzorgt tevens lezingen en trainingen op het gebied van valutamanagement.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.