Martijn van Dam, onze staatssecretaris van Landbouw, verklaarde onlangs in de NRC er niet voor de boeren te zijn. Een uitspraak die vooral voor de PvdA-achterban bedoeld is geweest. En ongetwijfeld bedoelde hij 'Niet alleen voor de boeren, maar voor 17 miljoen Nederlanders'. En dat laatste valt lastig te ontkennen.
Wie betaalt, bepaalt en de discussie over het landbouwbeleid van de toekomst moet dan ook rekening houden met wat de samenleving wil. Daarover gaat dezer dagen ook de informele EU-ministerraad.
Als ministers het landbouwbeleid verdedigen naar de samenleving, dan gaat het zelden meer over de doelstellingen die in het Europees verdrag staan. Zoals inkomens voor allen die werkzaam zijn in de landbouw of het bewerkstelligen van redelijke prijzen voor consumenten.
Veeleer komen milieu- en natuurdoelen of zelfs dierwelzijn ter sprake, zaken die niet zo goed door de markt worden geregeld. In 1958 waren die doelen niet belangrijk genoeg om in het Europees Verdrag te worden genoemd, wat dat betreft kan er bij een volgende herziening wel eens wat worden herschreven. Die doelen worden de komende jaren bovendien nog veel belangrijker, als het klimaatbeleid zijn neerslag moet krijgen in het landbouwbeleid.
Er is dus iets voor te zeggen, zoals ik met een aantal collega’s in een recent LEI rapport doe, om in het GLB dit publieke doel maar apart zichtbaar te maken. En het dan volledig in de vorm te gieten van contracten, zoals nu in de tweede pijler van het GLB al hier en daar gebeurt. Het voordeel van contracten is dat partijen ze min of meer vrijwillig sluiten.
De (regionale) overheid kan zich beperken tot die plekken en contractvormen waar akkerranden of verminderd gebruik van chemische middelen of onderhoud van heggen echt nodig is. Dat lijkt me efficiënter dan iedereen in Europa overal hetzelfde verplichten. Verplichtingen die leiden tot administratieve lasten en weinig draagvlak. Een contract kom je na omdat je het uit eigen belang bent aangegaan, een verplichting leidt vaak tot weerstand.
Inmiddels worden agrarische ondernemers ook aangestuurd door de voedselindustrie om duurzamer te produceren. Je kan dus schema’s als Veldleeuwerik en Foqus Planet in die contractaanpak betrekken, als ze 'groen' genoeg zijn. Ik stel me zo voor dat wie mee doet in zo’n door de EU erkend duurzaamheidschema in aanmerking komt voor zijn GLB premies, en anders een forse korting krijgt.
Daarmee krijgt de voedingsmiddelenindustrie een prikkel om zulke schema’s te ontwikkelen (boeren gaan er om vragen) en die producten ook onder logo aan de retail aan te bieden. De huidige situatie, waarbij de voedselketen wordt gedomineerd door grote partijen die de problemen van lage inkomens en milieuvervuiling op het bordje van de boer en de belastingbetaler leggen, kan wellicht worden doorbroken. Overigens moeten eigenlijk ook waterschappen, waterwinbedrijven en provincies zulke duurzaamheidsschema’s kunnen aanbieden.
Zo’n contract-aanpak in een aparte pijler van het GLB kost natuurlijk budget. Een belangrijk deel van de gelden uit de huidige pijler 1 (en een beetje uit pijler 2) kunnen daarvoor worden ingezet. Ministers verdedigen dit belastinggeld immers al met argumenten van natuur, milieu en dierwelzijn.
Er lijkt weinig draagvlak in de samenleving om tot in lengte van jaren grote bedragen uit te keren aan boeren, omdat we in een ver verleden prijsgaranties hebben laten vervallen. Zeker niet als het om grote bedragen voor grote bedrijven en verpachtende grootgrondbezitters gaat. En de zogenaamde vergroening een niet erg effectief instrument met veel administratieve lasten blijkt. In een (lange) overgangsperiode kan je die betalingen dus maximeren op een persoonsgebonden bedrag, dat een te laag inkomen aanvult tot een regionaal minimum.
Boeren, regio’s en ketenpartijen kunnen zo de keuze maken of ze zonder groene verplichtingen hun inkomen uit de wereldmarkt willen halen. Of dat ze ook publieke goederen onder contract produceren en de consument nog een beetje mee laten betalen via een meerprijs voor duurzamere producten.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.