Meer mest verwerken en exporteren moet. Al is het alleen maar om minder afhankelijk te zijn van de distributiemarkt bij slecht (voorjaars-)weer. Dat hebben veehouders dit jaar gemerkt. Investeren in mestverwerking doe je voor de lange termijn en niet voor de huidige mestproblematiek. Je kunt het nu misschien niet voorstellen, maar langjarige zekerheid over voldoende mestaanvoer hebben mestverwerkers in een onzekere mestmarkt niet.
Het is vervelend voor veehouders, maar verlies aan bemestingsruimte biedt mestverwerkers meer zekerheid op mestaanvoer. Concreet zorgt de afbouw van de derogatie in 2025 voor ongeveer 4 miljoen ton extra aanbod aan drijfmest van melkveebedrijven. Zonder een nieuwe derogatie komt er in 2026 nog eens zo'n zelfde hoeveelheid mest bij op de mestmarkt. De aanwijzing van nutriënt verontreinigde gebieden (NV-gebieden) en bufferstroken zorgen ook voor minder bemestingsruimte en meer mestaanbod van overige bedrijven. Anderzijds bieden stoppende bedrijven met grond weer bemestingsruimte in de regio voor de blijvers.
Minder mestproductie
Ook de mestproductie daalt. De belangrijkste oorzaak is de eis van de Europese Commissie dat onze veestapel maar maximaal 440 miljoen kilo stikstof en 135 miljoen kilo fosfaat mag produceren. Om dat niveau te bereiken is de pijn verdeeld over de sectoren. Binnen één jaar zou de mestproductie al moeten afnemen met 3,5 miljoen ton melkveemest, 1,5 miljoen ton varkensmest, 150.000 ton pluimveemest en 450.000 ton overige mest. Mestproductie die verdwijnt, komt niet meer beschikbaar voor mestverwerkers.
Graslandnorm
In een nieuw mestbeleid is de invoering van een graslandnorm als beleidsmaatregel voor een circulaire, grondgebonden melkproductie, nog in onderzoek. Bij invoering van een graslandnorm komt er op den duur nauwelijks nog rundveedrijfmest beschikbaar voor de mestmarkt en mestverwerkers.
Innovaties
Bij toestemming van Brussel gaan een nu nog onbekend aantal veehouders en mestintermediairs, investeren in de productie en het gebruik van RENURE (kunstmestvervanger). Dit gebeurt bij veehouders al dan niet in combinatie met stalaanpassingen en mono-mestvergisting (reductie emissies en duurzame energie). Met RENURE wordt meer mest op eigen bedrijf benut en hoeft er minder mest afgevoerd te worden. Eventuele afvoer van een resterend bedrijfsoverschot komt dan waarschijnlijk als een vaste dikke fractie op de mestmarkt.
Hogere verwerkingsplicht
Om mestverwerking en export te stimuleren, is een hogere verwerkingsplicht voorgesteld. Er wordt dan meer varkensmest verwerkt en eventueel ook rundveedrijfmest. Pluimveemest wordt al bijna volledig verwerkt. De verwerkingscapaciteit van bestaande verwerkers blijft bij een hogere verwerkingsplicht beter benut. Mestverwerkers verliezen namelijk mestaanvoer als gevolg van stoppende varkenshouders. Er komen dan wel minder vervangende verwerkingsovereenkomsten (VVO's) beschikbaar voor invulling van de verwerkingsplicht van rundveehouders met een fosfaatoverschot.
Energietransitie
In de energiesector ontstaat ook meer vraag naar mest. Mest is de belangrijkste grondstof voor de grootschalige productie via biogas van groengas (bijmengverplichting aan aardgas) en van bio-LNG voor de transportsector. Het digestaat wordt na het vergistingsproces meestal verwerkt op een vergelijkbare manier als mest.
Op de korte termijn is het mestaanbod op de mestmarkt nog groter dan de capaciteit aan afzetkanalen. Hoe deze marktverhouding en de prijsvorming zich de komende jaren gaat ontwikkelen in een ongetwijfeld dynamische mestmarkt, is onzeker. Genoeg mest voor iedere mestverwerker op termijn lijkt mij vooraf niet gegarandeerd.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.