De nieuwe clubs en collectieven in de agrarische sector buitelen over elkaar heen. Elke week wordt er wel een nieuw initiatief gelanceerd dat de oplossing moet bieden voor een probleem of zelfs moet leiden tot een algehele transitie. Opvallend genoeg kennen alle initiatieven maar 2 smaken.
De ene smaak is een variant op het bestaande systeem en kan je omschrijven als ‘nooit meer honger’. Voor de één smaakt dit zoet als aardbeien, voor de ander zuur als geschifte melk. De andere smaak is een vorm van kringlooplandbouw en kan je omschrijven als ‘nooit meer afval’. Voor de één is dit een nieuwe smaak zoals umami, voor de ander smaakt dit bitter als spruiten.
Dan hebben we alle smaken gehad behalve zout. Je kan zeggen dat het allebei zouteloze toekomstbeelden zijn. Maar wat missen we dan? We missen de echte smaakmakers. We missen de boer en we missen de burger. Zij zijn in alle visies slechts radartjes in een systeem. Ze zijn acteurs in een film, waarvan het einde al bekend is. Ze zijn de ontbrekende ingrediënten in een flauwe maaltijd.
Beperkte keuzes
Bekijk de wereld eens vanaf het erf van een boer. Welke keuzes heb je dan? In theorie kun je je hele bedrijf veranderen en alles anders gaan doen. In de praktijk kun je verrassend weinig. Je kunt wat meer aardappelen poten en wat minder graan zaaien. Je kunt ploegen op 10 centimeter of op 20 centimeter. Je kunt een melkrobot kopen, of niet. Je hebt beperkte keuzes. En je kunt je geen tot weinig foute keuzes veroorloven. Individuele boeren kunnen spontaan in transitie gaan, maar ga er in een visie maar niet vanuit dat de sector uit zichzelf grote sprongen gaat maken.
Wie heeft er wel steeds meer ruimte om keuzes te maken? De burger. Nee, niet de consument die elke week braaf z’n boodschappen doet. De burger. Steeds minder kinderen, steeds meer parttime werken, steeds meer pensionado’s en niks leuks meer op tv. De Nederlandse burger verveelt zich te pletter en is op zoek naar zingeving.
Natuurlijk doen deze brave burgers al vrijwilligerswerk. Ze schenken koffie in verzorgingshuizen, ze knotten wilgen met de natuurclub en ze zoeken de verloren ballen op langs de tennisbaan. Er is echter ook een groep die best de handen uit de mouwen zou willen steken op de boerderij. Stallen uitmesten, geiten verzetten, bollen pellen, aardappels lezen, maar misschien ook wat doen aan marketing en communicatie. Ongetwijfeld gaan ze zich dan snel betrokken voelen bij het boerenbedrijf.
Geld inleggen en meedenken
En dan zijn er nog de mensen die hun geld niet meer kwijt willen op de spaarrekening en dus een investering zoeken. Liefst eentje met ‘purpose’ en ‘passion’. Waarom zouden er niet meer burgers maat kunnen worden in een boerenbedrijf? Ze leggen geld in en gaan dan vanzelf meedenken. Laat ze maar meedoen met ondernemen.
Je haalt zo als boer vers kapitaal binnen, maar ook betrokkenheid en denkkracht. En ja, misschien ook mensen die zich met je gaan bemoeien. Maar dat doen ze toch wel. Je kunt beter mensen hebben die vanuit de tent naar buiten pissen dan van buiten de tent naar binnen.
Dit is natuurlijk geen visie met een duidelijk eindbeeld, maar er zijn al genoeg visies op het ‘wat’ en het ‘wanneer’. Er is nooit visie op het ‘hoe’. Laten we beginnen met een hernieuwde kennismaking en samenwerking tussen boer en burger. Daar kan meer uitkomen dan we nu bedenken. Begin bij de mens. Voeg smaak toe aan het leven. Stop het zout weer in de pap.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/column/10885477/laat-burger-liever-vanuit-de-tent-naar-buiten-pissen]Laat burger liever vanuit de tent naar buiten pissen[/url]