Zoals u weet, maak ik me nogal druk om de toekomst van de land- en tuinbouw. Of eigenlijk moet ik zeggen: om de toekomst van ons voedselsysteem. Ik ben er namelijk van overtuigd dat we er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen dat we tot een volhoudbaar voedselsysteem komen. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor onze kinderen en kleinkinderen. Dat volhoudbare voedselsysteem hoeft geen droom te zijn; we weten eigenlijk in grote lijnen wel hoe dat eruit moet zien. Het probleem is alleen dat de economische wetten van nu dat nieuwe systeem in de weg zitten.
Ik zeg met opzet dat de huidige economische wetmatigheden een volhoudbaar voedselsysteem in de weg zitten. De economie is namelijk geen vaststaand gegeven. Economie is geen natuurwet, zoals de zwaartekracht. Mensen hebben die 'wetten' opgesteld en tot ons mantra gemaakt. Het zijn dus ook mensen die deze wetten kunnen aanpassen.
Duurzaamheid nu nog gelijk aan minder verdienen
In de huidige manier van landbouw kan het economisch vaak niet uit om te investeren in duurzaamheid. Dat is wat ik continu hoor van boeren, en zij hebben gelijk. Verduurzamen staat gelijk aan minder verdienen. Feitelijk is duurzaamheid nu geen vast onderdeel van de landbouweconomie. Maar dat laatste is een keuze! We kunnen er met elkaar óók voor kiezen om duurzaamheid een vast onderdeel te laten zijn van de economie. En niet als een voetnoot, maar als uitgangspunt in de manier waarop Nederland voedsel produceert. De huidige economie is "ook maar" gebaseerd op een aantal afspraken die we wereldwijd met elkaar gemaakt hebben. Als we met z'n allen denken dat het anders moet dan kun je die afspraken aanpassen.
Luchtfietserij? Ik denk het niet. De sector, van boer tot retailer, is inmiddels op een punt aangekomen dat de meesten vinden dat het duurzamer moet in de toekomst. Ik merk dat in de vele gesprekken die ik voer, de intentieovereenkomsten die sectorpartijen met elkaar sluiten, de verduurzamingsprojecten die starten. Tegelijkertijd zie ik ook dat verduurzamen nog geen gemeengoed is. Het is nog niet de standaard. De overheid probeert dat nu eigenlijk alleen maar te bereiken met steeds strengere wetgeving. Dat helpt natuurlijk wel, maar leidt tot veel weerstand tegen duurzaamheid in plaats van dat het mensen enthousiast maakt.
Ook voor voedselverwerkende bedrijven en retailers geldt nog vaak dat investeren in duurzaamheid niet loont: je zet jezelf op achterstand ten opzichte van een concurrent die dit niet doet. En zo houdt het huidige systeem zichzelf in de tang. De oplossing ligt voor de hand: reken alle kosten en baten van de manier van produceren mee in de kostprijs. Dus ook de voordelen voor én schade aan milieu, klimaat en natuur. Produceer je duurzamer dan daalt je kostprijs. En bij niet-duurzame productie stijgt de kostprijs omdat de nadelige effecten op milieu, klimaat en natuur meetellen. Op die manier is de meest duurzame productiemethode automatisch de winnaar in het spel van de economie.
Duurzaamheid vertalen in beloning
Onmogelijk? We zijn binnen de sector op de goede weg. Omdat velen die in het voedselsysteem actief zijn de druk van verduurzaming steeds meer gaan voelen, is de noodzaak om te kijken naar meer fundamentele verandering ook groot. Zo zijn een groot aantal partijen met elkaar aan het verkennen of en hoe je duurzaamheid een structureel onderdeel kunt maken van de economie. Dat begint ermee dat je allemaal vanuit hetzelfde doel, vanuit dezelfde data, vanuit dezelfde KPI's kijkt naar je eigen productiemethode. Even als voorbeeld, nemen we voor de co2-emissie de co2-emissie per kilo product als uitgangspunt, of gaan we uit van de co2-emissie per hectare in de grondgebonden landbouw? En hoe meten we het vastleggen van co2 in de bodem of in biobased bouwmaterialen? Ook voor milieu en natuur hebben we dit soort keuzes te maken. Als we allemaal door dezelfde bril naar duurzaamheid kijken, kunnen we de duurzaamheidsclaims van verschillende producten met elkaar vergelijken. Dit is de eerste vraag die je met elkaar moet beantwoorden.
De tweede stap is dan: hoe vertaal je die duurzaamheid in waarde, in een beloning zodat je inderdaad een economie krijgt waarin die partij die het beste presteert op het gebied van duurzaamheid ook economisch het sterkste staat. Pas op het moment dat het lukt de economie zo in te richten dat duurzaamheid een economisch voordeel geeft voor de producent, weten we zeker dat er een continue beweging richting een volhoudbaar voedselsysteem zal ontstaan. Ik geloof, nee, ik ben ervan overtuigd dat dit kan.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10911448/duurzame-landbouw-moet-beter-beloond-worden]Duurzame landbouw moet beter beloond worden[/url]
Het probleem ligt niet bij de landbouwsector maar bij de consument die te veel wil en moet en daar niet het geld voor heeft. In het verleden ging een groot deel van het inkomen meer dan 30a40% op aan voedsel nu is dat nog amper 10%. Voedsel is de sluitpost op de begroting geworden, de vakanties, festivals etc etc zijn veel belangrijker dan goede voeding. De consument kiest voor het goedkoopste en laat veelal de duurdere producten in het schap liggen en dat ga je zomaar niet veranderen.
Het kan vriezen of dooien schreef:Geloof dat je dat niet helemaal goed ziet. De consument wordt door de linkse hoek met subsidies en steun door diverse partijen een bepaalde kant op gestuurd en daar moet je als producent een antwoord op hebben volgens mij. Daar de voedselproducenten een minder goede vertegenwoordiging hebben naar de consument en naar de overheid kan je dit nog niet winnen. Als je je boodschap over kan brengen op de consument, zijn deze echt bereid om fatsoenlijke prijzen te betalen voor het eten. Zonder eten kan je echt niet leven Zonder vakantie kan je leven. Daarbij gun ik iedereen zowel een goede boterham en een mooie vakantie. Allen goede Kerstdagen gewenst.Het probleem ligt niet bij de landbouwsector maar bij de consument die te veel wil en moet en daar niet het geld voor heeft. In het verleden ging een groot deel van het inkomen meer dan 30a40% op aan voedsel nu is dat nog amper 10%. Voedsel is de sluitpost op de begroting geworden, de vakanties, festivals etc etc zijn veel belangrijker dan goede voeding. De consument kiest voor het goedkoopste en laat veelal de duurdere producten in het schap liggen en dat ga je zomaar niet veranderen.
Susan, dat boeren worstelen om een goed inkomen zeg ik ook, en het riedeltje oplossinkjes die jij opsomt worden al volop ingezet door de sector, bijvoorbeeld weidegang, bijna 80% hebben we aangetikt, maar politieke bemoeienissen zorgen voor een terugval, grasklaver mengsels er wordt bijna niets anders meer gezaaid, kortom boeren zijn allang bezig met dergelijke transities, maar waar boeren wel rekening mee moeten houden is dat de rekeningen betaald kunnen blijven en dan past mij en veel andere het niet om uit de mond van een bank medewerker te blijven horen dat het allemaal niet goed en genoeg is. Dat belerende vingertje van de diverse hoogwaardigheids bekleders komt bij boeren zo langzamerhand de keel uit , Datema is de eerste die straft als het maar een beetje mis gaat. Deze man hoeft zich geen zorgen te maken, de Nederlandse boeren gaan voor het allerhoogste, Wij hebben niet voor niets de meest duurzame landbouw ter wereld !! Draag dat uit Datema !!
Susan, dat boeren worstelen om een goed inkomen zeg ik ook, en het riedeltje oplossinkjes die jij opsomt worden al volop ingezet door de sector, bijvoorbeeld weidegang, bijna 80% hebben we aangetikt, maar politieke bemoeienissen zorgen voor een terugval, grasklaver mengsels er wordt bijna niets anders meer gezaaid, kortom boeren zijn allang bezig met dergelijke transities, maar waar boeren wel rekening mee moeten houden is dat de rekeningen betaald kunnen blijven en dan past mij en veel andere het niet om uit de mond van een bank medewerker te blijven horen dat het allemaal niet goed en genoeg is. Dat belerende vingertje van de diverse hoogwaardigheids bekleders komt bij boeren zo langzamerhand de keel uit , Datema is de eerste die straft als het maar een beetje mis gaat. Deze man hoeft zich geen zorgen te maken, de Nederlandse boeren gaan voor het allerhoogste, Wij hebben niet voor niets de meest duurzame landbouw ter wereld !! Draag dat uit Datema !!
Wat Datema bedoeld SjefO en CM, is dat erg veel veehouders worstelen met een financieel rendabel bedrijf, het verdienvermogen op het boerenerf loopt al jaren achteruit. Juiste de wet- en regelgeving zorgen er voor dat de kostprijs stijgt. Om duurzaamheid op de voorgrond te plaatsen (lees weidegang) en innovatie op het boerenerf naar de achtergrond te plaatsen (ook een redenen dat de kostprijs stijgt) kan men op een sobere en simpele manier een bedrijf runnen. Een natuurinclusieve bedrijfsvoering bied zoveel kansen (boeren met en voor je omgeving) , juist nu dat de veehouderij steeds meer in conflict komt met de maatschappij. Voorbeelden als gras/klaver (geen kunstmest), diversiteit aan koe rassen (kruisen), stromest ( gescheiden meststromen (ammoniak )en stromest zorgt voor opbouw organische stof, staat voor minder nitraat naar grondwater), hagen in combinatie met Agroforestry, graan/erwten mengsels (eiwit van eigen land) wordt er weer gebouw aan respect voor boer en milieu. LTO riep jaren terug al: we moeten zelf aan het stuur zitten voordat we gestuurd worden! Oplossingen moeten we zelf als sector bedenken. Stikstof beperken zit in het landbouwsysteem, niet in technische maatregelen. Zorgen dat er minder transportbewegingen zijn, minder afhankelijk worden van "jan en alle man". Zorgen dat lokale economie weer gaat gelden, door buurt mensen te betrekken bij je bedrijf. Zorgen dat het platteland bevolkt blijft. M.a.w: een geaccepteerde veehouderij!
Wat Datema bedoeld SjefO en CM, is dat erg veel veehouders worstelen met een financieel rendabel bedrijf, het verdienvermogen op het boerenerf loopt al jaren achteruit. Juiste de wet- en regelgeving zorgen er voor dat de kostprijs stijgt. Om duurzaamheid op de voorgrond te plaatsen (lees weidegang) en innovatie op het boerenerf naar de achtergrond te plaatsen (ook een redenen dat de kostprijs stijgt) kan men op een sobere en simpele manier een bedrijf runnen. Een natuurinclusieve bedrijfsvoering bied zoveel kansen (boeren met en voor je omgeving) , juist nu dat de veehouderij steeds meer in conflict komt met de maatschappij. Voorbeelden als gras/klaver (geen kunstmest), diversiteit aan koe rassen (kruisen), stromest ( gescheiden meststromen (ammoniak )en stromest zorgt voor opbouw organische stof, staat voor minder nitraat naar grondwater), hagen in combinatie met Agroforestry, graan/erwten mengsels (eiwit van eigen land) wordt er weer gebouw aan respect voor boer en milieu. LTO riep jaren terug al: we moeten zelf aan het stuur zitten voordat we gestuurd worden! Oplossingen moeten we zelf als sector bedenken. Stikstof beperken zit in het landbouwsysteem, niet in technische maatregelen. Zorgen dat er minder transportbewegingen zijn, minder afhankelijk worden van "jan en alle man". Zorgen dat lokale economie weer gaat gelden, door buurt mensen te betrekken bij je bedrijf. Zorgen dat het platteland bevolkt blijft. M.a.w: een geaccepteerde veehouderij!