En ineens gaat het gesprek over de noodzaak om een voedselstrategie te hebben als Nederland, en zelfs Europa. Op zich is het natuurlijk best verbazingwekkend dat we geen strategie hebben als het gaat om de eerste levensbehoefte van ieder mens: voedsel. Blijkbaar zijn we er de afgelopen decennia zo aan gewend geraakt dat we altijd en overal voedsel tot onze beschikking hebben, dat we het niet nodig achten om er een voedselstrategie of voedselbeleid op na te houden.
De onrust in de wereld, gekoppeld aan de klimaatverandering, maakt dat we ons nu ineens realiseren dat die vanzelfsprekendheid van de beschikbaarheid van voedsel wel erg onder druk komt te staan. Dat we naar aanleiding van dit alles de roep horen om een nieuwe voedselstrategie is goed. Ik denk ook dat het nodig is dat we nadenken over hoe we ons voedselsysteem van de toekomst zien, en hoe we ervoor gaan zorgen dat we niet afhankelijk worden van het buitenland voor onze basis voedselvoorziening.
Strategisch belang
Dat we land- en tuinbouw dus niet moeten zien als een gewone economische activiteit, zoals het produceren van televisies, maar als een activiteit die essentieel is voor ons bestaan en daarmee van groot strategisch belang is. Een voedselstrategie gaat er dus ook over hoe afhankelijk we nog willen zijn van landen buiten de Europese Unie. Hierbij neem ik gemakshalve maar even aan dat we het er allemaal over eens zijn dat we dit soort zaken op Europees niveau moeten regelen.
De discussie zoals ik die nu lees, gaat vooral over hoe we voldoende voedsel produceren en wat dat betekent voor de landbouw en het landbouw- en milieubeleid van nu. Volgens mij moeten we ook een stapje dieper durven te kijken als we het hebben over de voedselstrategie voor de komende decennia. Ik noem even een paar onderwerpen die ik graag zou willen toevoegen aan het huidige debat. Om te beginnen ons dieet. Nemen we ons huidige voedselpatroon als uitgangspunt voor een voedselstrategie? Of moeten we ons afvragen of een dieet waarbij onze eiwitbehoefte voor 60% wordt ingevuld met dierlijke eiwitten wel goed is. Als we ons dieet namelijk aanpassen naar 40% dierlijk en 60% plantaardig eiwit wordt het al een heel stuk makkelijker om iedereen van voldoende voedsel te voorzien. Volgens deskundigen is zo'n dieet met minder dierlijk eiwit nog gezonder ook. Als we onafhankelijker willen worden van voedsel import is het strategisch misschien wel heel verstandig om in te zetten op een snelle toetreding van Oekraïne tot de EU. Oekraïne heeft namelijk een enorme potentie als het om landbouw gaat en zou de voedselzekerheid van de EU wellicht flink kunnen vergroten. Tegelijkertijd moeten we ons afvragen of de import van veevoer uit Zuid-Amerika en/of andere werelddelen wel past in de landbouw van de toekomst als we willen streven naar meer onafhankelijkheid van de wereldmarkt. Ten slotte duurzaamheid, of is het in dit kader misschien wel beter om te spreken over volhoudbaarheid.
Volhoudbaar
Als we een voedselstrategie gaan ontwikkelen voor de toekomst zou een van de belangrijkste uitgangspunten moeten zijn dat het voedselsysteem van de toekomst volhoudbaar is. Dan gaat het dus over de impact die het produceren en consumeren van voedsel heeft op het klimaat, het milieu en de biodiversiteit. Onze huidige manier van produceren is niet volhoudbaar, dus ook hier zullen we in die nieuwe voedselstrategie iets aan moeten doen.
Waarschijnlijk vormen ook de zaken die ik nu heb genoemd nog geen complete strategie en zijn er nog wel meer thema's die we mee moeten nemen als we het gaan hebben over een Europese voedselstrategie zoals de enorme vergrijzing van de boerenstand in heel Europa. En ja, ik heb een mening over de thema's die ik hier benoem, maar daar gaat het nu niet om. Als we serieus willen werken aan een voedselstrategie voor de toekomst moeten we wel met een hele brede blik beginnen. Bovendien moeten we ook proberen niet te veel te redeneren vanuit de belangen die we nu allemaal hebben in het huidige systeem.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10907690/de-tijd-is-rijp-voor-een-voedselstrategie]De tijd is rijp voor een voedselstrategie[/url]
Beste Huub, dank voor je reactie. Toch blijven er vragen. Het is toch zo dat door mineralisatie van stalmest en gier, de voedingstoffen van de mest vrijkomen en beschikbaar zin voor planten. Dus geen mest, geen mineralisatie daarvan. Ik weet nog van lang geleden dat ik hoorde van een oom, veehouder, dat ze de mest met de schouw naar de achterliggende percelen brachten. Per saldo kwam in de praktijk de meeste mest op de percelen die het korts bij de boerderij lagen. Waar groeide het meeste en blad rijkste gras?, op de percelen het dichts bij de boerderij. Ik spreek dus over de tijd ,toen er nog geen kunstmest werd gebruikt. Dan kan ik jouw verhaal toch niet volgen. Boven dien, ik schreef het al, menselijk voedsel kan niet overal worden geteeld , waar wel gras groeit en vee graast. Graag weer reactie.
Nog een aardig verhaal. Een jaar of 5 terug wilde een grote organisatie (NZO?) op Foodlog een aantal vragen stellen om te kijken of ze wat met de ingebrachte ideeën konden doen. Ze begonnen met een vraag die heel simpel was, een inkoppertje: "Is vegetarische landbouw mogelijk?" Simpel antwoord toch. Het ironische was: al snel kwam een onverwacht antwoord naar voren. Vegetarische landbouw is niet alleen mogelijk, het is bijna de meest voorkomende vorm van landbouw wereldwijd. Sojaproductie in Zuid-Amerika, graan en mais in Noord-Amerika deze hebben geen dierlijke input maar alleen kunstmest. Daarnaast zijn er op heel veel plekken veebedrijven. Die hebben wel grond waar ze voedergewassen telen en waar mest wordt benut. Maar deze hebben niet of nauwelijks mest over. Situaties als in Nederland met heel veel mestproductie zijn wereldwijd een bijzonderheid. In Europa zijn er 3 leerde ik op school: Nederland, Vlaanderen, Bretagne.