Nieuws Mestbeleid
Gewasderogatie van belang in mestbeleid van LTO
LTO Nederland stelt voor dat er meer mestplaatsingsruimte op gras en rustgewassen komt, aldus de organisatie donderdag 13 juni in haar visie voor het mestbeleid. Het plan is enerzijds op agrarisch ondernemers gericht die veel vrijheid willen en aan de andere kant op de ondernemers die meer specifieke regels wensen.
LTO Nederland heeft donderdag 13 juni de visie 'Herbezinning Mestbeleid' gepresenteerd, die op verzoek van minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) is opgesteld. Het is een gezamenlijk plan van zowel de dierlijke als plantaardige sectoren binnen de gelederen van LTO Nederland. Met het plan wil LTO Nederland bereiken dat er een generiek en specifieker beleid komt. In de huidige situatie heeft iedereen met beperkende maatregelen te maken. Dat beoogt de belangenbehartiger te doorbreken.
Generiek en specifiek beleid
Volgens LTO Nederland zijn er veel verschillen tussen de ondernemers en de regio's. Het generieke (forfaitaire) systeem moet eenvoudiger zijn. Ook kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor specifiek beleid, waarbij wordt afgerekend op de hoeveelheid organische stof en diversiteit in de bodem. Verder is het beleid gericht op het verlagen van emissies in de gebieden waar dat wordt gevraagd, in plaats van dat de emissies overal worden verlaagd.
LTO Nederland pleit in het plan tevens voor ruimere gebruiksnormen in diverse teelten. Wil Meulenbroeks, de voorzitter van LTO Melkveehouderij, stelde voor dat er een derogatie voor de grasteelt komt. Hierbij kan circa 300 kilo stikstof uit dierlijke mest worden toegepast, waar dat momenteel 250 kilo is in de kleigebieden. Claude van Dongen, de portefeuillehouder Bodem- en waterkwaliteit bij LTO Nederland, gaf aan dat de zogenaamde 'grasderogatie' draagvlak heeft in Den Haag, gezien gras veel stikstof kan opnemen.
Gewasderogatie
In de akkerbouwsector is een gewasderogatie met name belangrijk voor rustgewassen, in bijvoorbeeld de wintertarwe en suikerbieten is er meer plaatsingsruimte nodig voor stikstof. Jaap van Wenum, de voorzitter van LTO Akkerbouw, wil eveneens meer ruimte voor bodemverbeteraars (zoals champost, vaste mest en Betacal). "Bij compost wordt 50% van de fosfaat niet meegeteld. Dat willen we ook voor andere bodemverbeteraars."
Op de vraag of hogere gebruiksnormen kunnen worden verantwoord in Den Haag, antwoordt Van Wenum dat klimaateisen daar een rol in spelen. "Koolstofvastlegging is een belangrijke reden voor ruime gebruiksnormen van bodemverbeteraars. Dit draagt namelijk ook bij aan maatschappelijke opgaven. In 2020 starten we (samen met 300 boeren) met praktijkpilots om aan te kunnen tonen dat er koolstof wordt vastgelegd."
Meer eisen
Het generieke beleid dat LTO Nederland momenteel voorstelt, houdt voor de akkerbouwsector concreet in dat de plaatsingsruimte en uitrijdtijd zo goed als gelijk blijft. Het verfijnde beleid is vooral gericht op de bedrijven met hogere opbrengsten, welke dus ook meer meststoffen nodig hebben. "Een voorbeeld daarvan is het Zuidoostelijk zandgebied. Die extra ruimte kan wel betekenen dat er meer eisen komen, zoals regels voor het telen van meest rustgewassen of het soort meststoffen die worden ingezet", aldus Van Wenum.
Daarnaast blijft kunstmest nodig voor het finetunen van de bemesting, zo geeft Van Wenum aan. "Met name in de pootaardappelen blijft kunstmest belangrijk, omdat dierlijke mest voor schurft kan zorgen. Pootgoed is wel een uitzondering. Economisch gezien blijft varkensmest belangrijk. Ook is het feit dat in een nat jaar op kunstmest kan worden teruggevallen een extra reden om het product achter de hand te houden", zo nuanceert Van Wenum.
Jonge boeren
Het plan van LTO Nederland kan ook op steun rekenen van jonge boeren binnen het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). "Ook wij zijn van mening dat moet worden meegenomen dat de verschillen binnen Nederland groot zijn", reageert Marije Klever, bestuurder bij het NAJK. "Er moet daarom meer experimenteerruimte komen. Sommige boeren zitten niet te wachten op extra regels, maar een andere groep wil juist wat extra doen."
Anne Jan Doorn
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.