Veel veehouders leven in de veronderstelling dat de mest dit jaar schaars is, waardoor goedkopere ophaalbijdragen in het verschiet liggen. Het weer gooit echter waarschijnlijk roet in het eten, want de vele regen over maart heeft de mestmarkt geen goed gedaan.
Na een vlotte start in februari, leek op de mestmarkt geen vuiltje aan de lucht te zijn. De rundveedrijfmest was bij aanvang van het uitrijdseizoen zelfs schaars. Met het oog op dalende afzetprijzen waren de veehouders daardoor niet scheutig met het geven van aanbod. Maart was echter een natte en druilige maand, waardoor de mestauto’s stil kwamen te staan. Daardoor heeft het uitrijdseizoen vertraging opgelopen.
Ondertussen is het weer wat verbeterd, en ook komende dagen wordt er fraai voorjaarsweer voorspeld. Toch is het in sommige delen van het land nog altijd te nat om mest uit te rijden; met name in het noorden, waar in maart lokaal soms wel 140 millimeter neerslag viel.
Vrees voor gewasschade
Inmiddels tikt de klok gestaag verder. De groei op de wintertarwepercelen is op veel plekken al zo ver gevorderd dat akkerbouwers liever kunstmest toedienen, om eventuele gewasschade van de sleepslang tegen te gaan. Telers op kleigronden zijn bang dat de percelen worden dichtgesmeerd wanneer het te nat is.
De telers op de zandgronden die nog drijfmest moeten aanwenden, zitten op het moment krap in de tijd om de voorjaarswerkzaamheden gefaseerd te kunnen plannen.
Kentering op de mestmarkt?
De DCA-ophaalbijdragen voor varkensdrijfmest en rundveedrijfmest laten deze week in de meeste delen van Nederland nog wel een daling zien. De notering voor de regio 'Barneveld' stijgt daarentegen wel met €0,50 tot €14,50 per ton.
Deze beweging bevestigt de geluiden in de markt dat de mestprijzen de neiging hebben weer op te lopen, omdat het mestaanbod nu toch ruim voldoende lijkt te zijn. Akkerbouwers hebben ook weet van de kentering op de mestmarkt en zijn daardoor kritischer op de toe te betalen bedragen die zij beuren.