De provincie Noord-Brabant is voornemens de niet-opgevulde ruimte in het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in te trekken. Dit kan verregaande gevolgen hebben voor (melk)veehouders in Noord-Brabant.
Tijdens de vergadering van de Provinciale Staten van Noord-Brabant over de aanpassing van de beleidsmaatregel Natuurbescherming (ook wel PAS genoemd), bleek dat de Omgevingsdienst bezig is met het controleren op niet-opgevulde ontwikkelruimte binnen de PAS.
De vergunde ruimte moet in 2 jaar worden ingevuld; als een veehouder na 2 jaar minder dieren heeft dan vergund, dan kan het verschil in PAS-ruimte worden ingetrokken. Noord-Brabant gaat deze ontwikkelruimte nu intrekken. "De brieven liggen al klaar", zo zei beleidsmedewerker Brechje Biemans tijdens de bijeenkomst.
Gerechtvaardigde redenen
Verschillende landbouworganisaties hebben eerder al aangegeven dat dit bedrijven definitief op slot kan zetten. Het gaat dan om bedrijven die in hun plannen geremd werden door de invoering van de fosfaatwetgeving. De PAS-partners hebben in 2017 een gezamenlijke aanpak ontwikkeld over hoe om te gaan met de termijn van 2 jaar.
In deze aanpak zijn 'gerechtvaardigde redenen' opgenomen om uitstel te verlenen voor de realisatie, aldus Saskia van Dinther, adviseur PAS bij de provincie Noord Brabant. "De fosfaatregeling is expliciet genoemd en kan dus een reden zijn om een extra realisatietermijn aan een bedrijf te gunnen."
In de praktijk zal de vergunning bij de afwezigheid van 'gerechtvaardigde redenen' worden aangepast naar het aantal dieren dat binnen het termijn van 2 jaar is gerealiseerd. De ontwikkelruimte wordt tot aan dat niveau ingetrokken. Wat de gerechtvaardigde redenen precies inhouden, zal de toekomst moeten uitwijzen. Provincies kunnen daar hun eigen invulling aan geven.
Nekslag
Bergs Advies uit het Limburgse Leveroy zegt dat het nog geen klanten heeft gehad, waarbij al daadwerkelijk ontwikkelruimte is ingenomen. Wel zijn er klanten door de Omgevingsdienst benaderd over dit onderwerp. Er is een soort van waarschuwingsbrief verzonden. Henk Antonissen van Innovatief uit de Knel geeft aan dat een aantal van zijn leden ernstig in de problemen komt door het intrekken van de ruimte. Hij denkt dat het om 20 leden van Innovatief uit de Knel gaat en 800 melkveehouders op landelijk niveau.
Het intrekken van de ruimte is voor deze bedrijven waarschijnlijk de nekslag. De bedrijven zijn veelal nog in juridische procedures verwikkeld inzake de fosfaatreductie en fosfaatrechten. Het is waarschijnlijk dat dit een reden kan zijn om extra realisatieruimte te krijgen. Tegelijkertijd is dit de zoveelste procedure die op het bordje van deze boeren komt te liggen.
Antonissen geeft aan dat hij zijn klanten destijds geadviseerd heeft niet te wachten op de invoering van de PAS. Hij is niet de enige adviseur die dat adviseerde. ZLTO daarentegen adviseerde haar leden wel te wachten op de invoering, zodat volstaan kon worden met een melding in plaats van een vergunningaanvraag. Boeren die dat advies ter harte genomen hebben, komen nu van een koude kermis thuis.
Van 3 naar 2 mol
Erik van Merrienboer (die Johan van den Hout, de verantwoordelijke gedeputeerde voor de PAS, tijdens de bijeenkomst verving) liet weten dat de beleidsregel een aanpassing kent van de maximale hoeveelheid mol per hectare: in het verleden werd toestemming verleend tot maximaal 3 mol per hectare, maar dat wordt nu 2 mol.
Boven de 3 mol krijgt een bedrijf dus sowieso geen ontwikkelruimte. De VVD vroeg zich af waarom er niet gewacht wordt op de uitspraak van het Hof van Justitie op 7 november 2018. Deze uitspraak leidt mogelijk weer tot een aanpassing van de beleidsregel. Duidelijk werd dat het College door wil en ambitieus is.
Op 24 oktober zal het College een plan van aanpak presenteren. In de nieuwe beleidsregel is al opgenomen dat industriële bedrijven verplicht zijn energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van maximaal 6 jaar als zij ontwikkelruimte willen krijgen. Eerder was dit 5 jaar, ook dit betreft dus een aanscherping van de regels.