De nieuwe Meststoffenwet (oftwel het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn) herbergt een klein plusje voor akkerbouwers. Vanaf 2020 krijgen bepaalde gronden er in de nieuwe klasse-indeling 5 kilo fosfaat per hectare bij. Daarmee wordt niet het uitmijnen van de grond gestopt.
Minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) schrijft in een Kamerbrief over de details van de Nitraatrichtlijn. Dit heeft invloed op de situatie bij de veehouderijbedrijven, maar ook voor akkerbouwers veranderen er enkele zaken. Vanaf 2020 kunnen zij op een klein plusje rekenen.
Nieuwe klasse
De klasse-indeling wordt vanaf 1 januari 2020 in de wet verfijnd. Nu kent de wet 3 klasses: hoog, neutraal en laag. Daarbij is de klasse arm als subklasse opgenomen. Vanaf 2020 wordt dit een aparte klasse. De klasse neutraal wordt opgedeeld in neutraal en ruim voldoende. Volgens de minister wordt dan tegemoetgekomen aan de opbrengststijging van de gewassen, waardoor de onttrekking toeneemt.
Op bouwland (een Pw-getal van 50 of meer) gaat de fosfaatgebruiksnorm vanaf 2020 met 10 kilo fosfaat per hectare naar beneden, tot 40 kilo. Op grasland klasse hoog (P-AL 50 of meer) is dat tevens het geval. De nieuwe gebruiksnorm bedraagt hier 70 kilo. Bouwland in de klasse laag krijgt er 5 kilo per hectare bij en de klasse neutraal 10 kilo.
Ook op grasland krijgen de klasses neutraal en laag 5 kilo extra. De klasse ruim voldoende heeft een toekenning van 90 kilo op grasland en 60 kilo op bouwland. Daarmee neemt het de status van de huidige categorie neutraal over.
Fosfaatklasse | Grasland | Bouwland | ||
Huidig | P-AL getal | Gebruiksnorm | Pw-getal | Gebruiksnorm |
Fosfaatarm | <16 | 120 | <25 | 120 |
Laag | 16-27 | 100 | 25-36 | 75 |
Neutraal | 27-50 | 90 | 36-55 | 60 |
Hoog | >50 | 80 | >55 | 50 |
Fosfaatklasse | Grasland | Bouwland | ||
Toekomstig | P-AL getal | Gebruiksnorm | Pw-getal | Gebruiksnorm |
Fosfaatarm | <16 | 120 | <25 | 120 |
Laag | 16-27 | 105 | 25-35 | 80 |
Neutraal | 27-50 | 95 | 36-45 | 70 |
Ruim voldoende | 41-50 | 90 | 46-55 | 60 |
Hoog | >50 | 70 | >55 | 40 |
Bemonsteren aanmoedigen
Wie zijn grond niet op de fosfaattoestand laat bemonsteren, komt in de klasse hoog terecht. Dit is grofweg voor 33% van alle Nederlandse land- en tuinbouwgrond het geval. In potentie is hier veel plaatsingsruimte voor fosfaat beschikbaar en deze ruimte is hard nodig. Het CBS berekende dat jaarlijks 7.500 hectare aan de landbouw wordt onttrokken, goed voor 375.000 kilo plaatsingsruimte.
De nieuwe Nitraatrichtlijn tracht de akkerbouwers en veehouders over te halen om hun bodem vaker te laten bemonsteren en zo te profiteren van 5 kilo extra benuttingsruimte.
Van Pw naar P-AL
Op bouwland wordt het Pw-getal gehanteerd als leidraad. Op grasland is dit de capaciteitsindicator P-AL. Binnen de nieuwe Nitraatrichtlijn wordt de fosfaattoestand voor bouwland en grasland berekend middels de intensiteitsindicator P-CaCl2, in combinatie met P-AL. Deze theoretische meetmethode moet relatief snel de beschikbare fosfaat in de bodem berekenen. Via een omrekening kan deze indicator worden omgezet in het Pw-getal.
Deze indicator is echter niet feilloos en nog niet rijp voor de praktijk. De exacte waardes die bij de klasse-indeling behoren moet het ministerie nog vaststellen. Deze staan nog niet in het wetsvoorstel. Binnen het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn is de indicator Pw-getal voor bouwland nog toegestaan.
Jojo-effect
De te lage gebruiksnormen zijn voor akkerbouwers een doorn in het oog. Wat dat betreft is een plusje van 5 kilo fosfaat positief. In tegenstelling tot de equivalente maatregelen hoef je hiervoor niet aan een pakket van aanvullende eisen te voldoen. Deze maatregelen komen te vervallen in het zesde actieprogramma.
Echter, het betreft een doekje voor het bloeden. De onttrekking is volgens veel boeren en insiders groter dan de aanvoer toestaat. Daarnaast wordt, met de nieuwe klasse-indeling, gevreesd voor een jojo-effect. Hierbij wisselen percelen na enkele jaren steeds van klasse.
Niet onbelangrijk is de theorie van het berekenen van de gecombineerde P-CaCl2 en P-AL. Praktijktests wijzen uit dat bouwland er in veel gevallen juist op achteruit gaat, waardoor er minder fosfaat mag worden aangevoerd. Op dit moment is alleen BLGG geaccrediteerd om het P-AL en pW-getal te berekenen. Daarmee heeft het een monopolypositie. De akkerbouwsector zou graag zien dat meerdere onderzoeksbureaus een accreditatie krijgen. Dit is echter een kostbaar proces.
Onttrekking in beeld brengen
De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) heeft de Meststoffenwet als speerpunt. Het is betrokken bij de uitwerking van het gehele mestbeleid. De belangenbehartiger zou meer inzichtelijk willen zien hoeveel nutriënten er worden afgevoerd. Een idee is om gebruik te maken van data die Suiker Unie verzamelt. Zo wordt bij de bietenoogst het fosfaatgehalte gemeten. Dit maakt inzichtelijk hoeveel fosfaat wordt afgevoerd.
Akkerbouwers zijn verplicht Betacal af te nemen van Suiker Unie, of dit af te kopen. Vanwege de strenge fosfaatnormen is plaatsing echter lastig. De NAV pleit ervoor om deze natuurlijke meststof vrij te stellen. Het benutten van reststromen past binnen de visie van minister Schouten. Echter, strenge wetgeving maakt het nu onmogelijk om hier concreet invulling aan te geven.
Wetgeving van korte duur
Het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn gaat in op 1 januari 2020. De akkerbouwsector zou liever zien dat de aangepaste normen al vanaf 2019 in werking treding. Het programma duurt tot en met 31 december 2021. Dan volgt alweer het zevende actieprogramma.