Mag er langer mest worden uitgereden op grasland? Het antwoord op die vraag wordt donderdag 23 augustus bekendgemaakt via een Kamerbrief. Ondertussen begint de tijd wel te dringen voor het uitrijden op grasland, maar daarentegen kon er de afgelopen dagen wel veel worden gedaan op bouwland. Wat betekent het voor de ophaalbijdragen van DCA-Markets?
De roep om duidelijkheid over een eventuele verlenging van het uitrijdseizoen op grasland is de laatste dagen behoorlijk toegenomen. Dit omdat het uitrijdseizoen voor grasland de laatste week nadert. Op diverse plaatsen kon veel mest naar grasland worden verplaatst, maar dat is lang niet overal het geval. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt donderdag 23 augustus met een Kamerbrief te komen die meer duidelijkheid schept.
Tijd dringt voor grasland
Het komend weekend wordt er regen verwacht, gevolgd door zomers weer. Deze week kon op enkele plaatsen een derde snede gras gewonnen worden en bij hoge uitzondering zelfs een vierde. De verwachting is echter dat het merendeel van de melkveehouders volgende week aan de volgende snede gras begint. Mocht het niet komen tot een verlenging van het uitrijdseizoen voor grasland, dan zal er te weinig tijd zijn om nog veel rundveedrijfmest uit te rijden en moet bouwland een uitkomst bieden.
Op bouwland gaat het uitrijden van mest gestaag door. Het uitrijden van mest leverde loonwerkers en intermediairs afgelopen en deze week behoorlijk werk op. Na de regen werd het zaaien van groenbemesters weer opgepakt en kon er vooraf mest worden uitgereden.
Verlenging heeft geholpen
Een verlenging van het uitrijdseizoen (met 2 weken) maakt dat de mestmarkt voor bouwland er ontspannen bij ligt. Er is voldoende tijd om afspraken fatsoenlijk af te werken, veel silo’s komen leeg en de voorraad in de mestputten slinkt. De mogelijkheden bij de akkerbouw pakken gunstig uit, onder andere door de vroege graanoogst, maar ook de vroege aardappel- en uienoogst biedt links en rechts wat mogelijkheden.
De ophaalbijdragen voor mest laten in week 34 wat kleine aanpassingen zien. Wat in de varkensdrijfmest opvalt, is dat de hoogste bijdrage (€28 per ton in Deurne) stijgt en de laagste bijdrage (€23,50 per ton in Markelo) daalt. Daartussen blijven de ophaalbijdragen stabiel.
In de rundveedrijfmest wijzigt de bandbreedte niet, maar zijn er 2 kleine mutaties. Zo wordt rundveedrijfmest in Uden €0,50 duurder, waardoor de prijs uitkomt op €20 per ton. Dat is dezelfde prijs als in Deurne en Tilburg. In Lichtenvoorde wordt de mest iets goedkoper en gaat de prijs naar €17 per ton. De goedkoopste afzet blijft in handen van Markelo, waar de bijdrage stabiel blijft op €16,50 per ton.
Dure pluimveemest
Kippenmest sluit af met stabiele prijzen, waardoor de bandbreedte blijft staan: van €16 per ton in Uden tot €28 per ton in Markelo. De laatste keer dat er dergelijke prijzen werden toebetaald voor pluimveemest, was aan het begin van 2011. Het onderstreept de achterstand in de mestverwerking en maakt duidelijk dat de problemen nog geen verleden tijd zijn.
DCA-Markets noteert voor de verwerkingsproducten stabiele prijzen, maar wel op een hoog niveau. Zo noteert 1 Vervangende Verwerkingsovereenkomst (VVO) in week 34 €1,86 per kilo fosfaat. Voor de driepartijenovereenkomst (3PO) houdt het een prijs in van €1,53 en code 61 doet €1,42 per kilo. De ophaalbijdragen voor pluimveemest bevinden zich op een hoog niveau.