Wij gebruiken cookies
Wij maken gebruik van cookies en andere tracking-technologieën om uw surfervaring op onze website te verbeteren, om gepersonaliseerde inhoud en advertenties te tonen, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen.
Leverancierscoöperatie Eko-Holland is met amper 25 jaar op de teller nog lang geen hofleverancier, maar wel al een begrip in de wereld van de biologische zuivel. Met zo'n 270 leden en een melkplas van 150 miljoen kilo is het ook de marktleider in Nederland en zet het voor de leden een scherpe melkprijs neer.
Dat kan Eko-Holland doen dankzij de positie die coöperatie zich heeft verworven, zegt voorzitter René Cruijsen. "We onderhandelen voor de verkoop van de melk voor een groot deel rechtstreeks met supermarkten als Superunie en Albert Heijn. Die bepalen vervolgens hoe en waar de melk wordt verwerkt." Eko-Holland heeft daarbij dus niet te maken met de grote verwerkers.
Direct met retail
Dat er vervolgens ook in de supermarkt weer allerlei verschillende stromen biologische zuivel liggen, is niet iets waar Eko-Holland enthousiast van wordt. Dit veroorzaakt namelijk vaak weer onnodige concurrentie. De organisatie kan daar evenwel niet veel aan doen.
Behalve direct aan de retail, wordt melk geleverd aan onder meer Arla, die deze melk gebruikt voor het eigen merk, en aan een fabrikant van kindervoeding, die speciaal vraagt om melk die volledig zonder antibiotica is geproduceerd (aangeduid als USDA-melk). In totaal heeft Eko-Holland wel zes of zeven substromen binnen het biologische segment.
Beetje veel melkstromen
"Eigenlijk hebben we misschien wel iets te veel stromen. Dat is logistiek minder handig", zegt een medebestuurslid. "We moeten daarbij ook waken dat er niet te veel onderling verschil is, omdat er gewone biomelk is en de ene toeslag misschien 3 cent per kilo is en de andere wel 18 cent."
Geen Beter Leven
"Doordat we meedoen aan al die verschillende melkstromen, zien we de ontwikkelingen in de markt heel goed. Dat is een voordeel, maar de veelheid is lastig", voegt een ander bestuurslid toe. Cruijsen: "Van één stroom hebben we misschien wel tien keer een aanvraag gehad, maar dat gaan we dus niet doen. Dat is Beter Leven. Wij houden allemaal van een beter leven voor onze koeien, maar niet op die manier. Wat we overigens nog wel graag een keer wilden zien, is een stal van de toekomst, waarmee in beeld wordt gebracht hoe die er uit zou moeten zien en waar we ons op zouden moeten richten. Daar hebben we volgens ons meer aan."
Beheerste groei
Vraag naar biologische melk is er genoeg, merkt Eko-Holland. De coöperatie kan daarom best nog meer nieuwe leden gebruiken volgens het bestuur. Toch gaat Eko-Holland geen gekke dingen doen om boeren binnen te halen. Cruijsen: "We hebben nog nooit actief geworven. We zijn altijd gegroeid vanuit het initiatief van de boeren zelf. Zij melden zich bij ons. Dat past ook prima bij Eko-Holland, want wij zien het liefst een beheerste groei van de melkaanvoer."
Plus-stroom als opstapje
Wie als gangbare melkveehouder lid wil worden, moet natuurlijk omschakelen. Dat kost aanpassing van de bedrijfsvoering en tijd. Toch hoeft niet altijd een grote stap te worden gezet. "PlanetProof is een mooi opstapje naar bio", zegt Cruijsen. "Beter Voor overigens ook."
Hoewel momenteel 12% tot 13% van de melkaanvoer over de grens wordt verkocht, gaat Eko-Holland in principe voor zoveel mogelijk Nederlandse afzet. Dat past het beste bij het concept.
Geld direct naar leden
Hoewel Eko-Holland een coöperatie is, krijgen de leden hun melkgeld zo snel mogelijk direct in de hand. Er is dus geen nabetaling of iets dergelijks. "Bij ons kan dit ook gemakkelijker", zegt Cruijsen. "Wij hebben niet veel geld langdurig in de keten zitten, zoals bij de grote verwerkers. Wij ontvangen het geld vrijwel direct. Daarom vindt de verrekening van nog uitstaande betalingen of te veel ontvangen voorschotten plaats met de uitbetaling voor december.