Wei gepromoveerd van voer- naar fitnessmarkt

Voor een deel van de markt was dat al langer zo, maar de laatste maanden lijkt de hele weimarkt in de greep van het hogere segment. Voor wie het niet wil geloven, moet een snelle blik op de prijsontwikkeling voldoende zijn. In april vorig jaar lag de DCA-notering voor vloeibare weiconcentraat nog op €75 per ton droge stof. Geen topniveau, maar zeker ook geen dieptepunt voor de voorbije jaren. Het is ook regelmatig voor de geef weggedaan, als energiedrank voor varkens of kalveren. Sinds week 51 van het voorbije jaar zit de prijs echter op zo'n €1.000 per ton droge stof of meer.

Dat is royaal boven de prijs van feed-weipoeder, een product dat vanouds de vaste bestemming is van een groot deel van alle dikwei. Of het huidige prijsniveau in stand blijft, of nog verder zal oplopen, valt moeilijk te zeggen. Voor nu lijkt de markt behoorlijk stabiel, maar de vraag is wel: voor hoe lang nog?

Veel hangt af van de vraag naar met name prestatiebevorderende weiproducten, bekend van onder meer de capsules en de grote plastic containers met weipoeder, die populair zijn bij met name jonge mensen die willen werken aan hun spieropbouw.

Andere factoren die van invloed zijn op de markt, zijn het volume van de kaasproductie en de verwerkingscapaciteit voor weiconcentraat. Die verwerkingscapaciteit leek lange tijd een groot probleem te zijn. Veel verwerkers gaven in hun poedertorens voorrang aan het indrogen van magere melkconcentraat tot magere melkpoeder. Dat rendeerde in het afgelopen jaar echter niet zo geweldig.

De hoge prijzen voor premium ingrediënten als WPC80 of WPI90, met prijzen oplopend tot wel €17.000 per ton of meer, deden de rest. Er wordt de laatste tijd dus steeds meer vloeibare weiconcentraat verwerkt tot een hoogwaardig ingrediënt, waar dat vroeger slechts gebeurde met een deel van de wei, met name voor babyvoeding.  Toch blijvende prijzen voor vloeibare wei nog steeds hoog.

Dat kan een probleem worden voor de veevoersector. Vanouds gaat, zoals genoemd, het grootste deel daarnaartoe. Daardoor bleven de prijzen voor jongdiervoeders goed betaalbaar en deden de noteringen voor met name feed-weipoeder, maar ook feed-melkpoeder, geen gekke dingen. Grote vraag is wel wat er met deze prijzen gebeurt als voortaan bijna alle weiconcentraat aan de veevoerindustrie voorbijgaat? Moet deze bedrijfstak op zoek naar nog goedkopere grondstoffen, of moet ook zij leren leven met veel duurder voer?