De Europese melkproductie beweegt zich in de komende periode tot 2035 naar een keerpunt. Dat is wanneer de jaarlijkse daling van het aantal koeien niet meer wordt gecompenseerd door de eveneens jaarlijkse productiegroei per koe.
Met dat laatste zal het steeds langzamer gaan, aldus de EU in een nieuwe studie over de ontwikkelingen op middellange termijn. De plus van nu nog 0,9% per jaar zal omslaan in een min van 0,2% per jaar.
Volgens de (ambtenaren van) de Europese Commissie zorgen met name de steeds strengere milieumaatregelen in de meeste West-Europese staten er voor dat de melkproductie er geleidelijk verder onder druk komt te staan en gaat dalen. De commissie noemt in dit verband met name Nederland, België en Denemarken.
Daardoor neemt niet alleen het aantal koeien verder af, maar zal ook de productie per koe kunnen dalen. In de nieuwere/jongere lidstaten van de EU in het oostelijke deel van de EU, is het milieubeleid nog een stuk minder streng en is er ook nog meer ruimte voor productiegroei.
De verwachting is dat de melkveestapel in de EU tot 2035 met 11% in omvang zal dalen. In de laatste tien jaren is ruwweg 1,7% van de mondiale melkproductie verhandeld, de komende periode tot 2035 zal dit percentage naar verwachting afnemen tot 1,4%. Toch zal Europa een leidend handelsblok blijven als het gaat om zuivel. Hoewel er nu al vrij veel melk in de kaasproductie gaat, zal dit in de komende jaren niet minder worden. Er gaat eerder nog veel meer melk in de kaasbak, terwijl ook het potentieel van wei nog meer zal worden uitgemolken.
De prijs van rauwe melk zal niet meer teruggaan naar het niveau van vóór 2022, maar blijft hoog. Dat is evenwel ook nodig, want de oplopende prijs weerspiegelt eigenlijk gewoon de inflatie. Een echte plus op de prijs is niet aan de orde.