De zuivelmarkt blijft in de greep van een vreemde paradox. De melkaanvoer in Europa is niet uitzonderlijk laag. Er zijn wel negatieve weersinvloeden geweest en een effect van blauwtong, maar in andere streken is weer geprofiteerd van een goed najaar. Er hoeven dus geen grote tekorten te zijn. Toch wordt breed in de markt een tekort ervaren. Wel vrij eenzijdig, want vooral aan melkvet, maar niettemin een tekort.
Melkveehouders hebben er baat bij, want de melkprijs gaat erdoor omhoog en pakt flink hoger uit dan vorig jaar, hoewel het geen herhaling wordt van 2022. Daarvoor doen de eiwitprijzen te weinig mee.
Toch doet de vrij eenzijdige maar sterke vraag naar melkvet bijzondere dingen met de markt. De spotmelkprijs voor rauwe melk heeft dit jaar even hoog gepiekt als in 2022, zij het tot nog toe korter. Ook ligt de spotmelkprijs de vier à vijf laatste maanden duidelijk boven de fabrieksprijs, en boven eveneens de gemiddelde verwaarding van melk (dat in de onderstaande grafiek niet helemaal tot uiting, want de Rohstoffwert gaat uit van Duitse verhoudingen).
Vorige week steeg de roomprijs al naar een record van meer dan €10.000 per ton doge stof, maar dat bleek al snel niet het einde te zijn. De behoefte aan melkvet is nog lang niet gestild. Dit komt doordat er bovenop de gewone factoren nog steeds meespeelt dat er een kerstvraag valt in te vullen. De DCA-notering ging daardoor met nog eens bijna 4% verder omhoog, naar €10.555 per ton droge stof, en natuurlijk waren er dan ook nog uitschieters naar boven. In Frankrijk wordt het meest betaald voor room, zoals ook voor rauwe melk overigens (€70 per 100 kilo en meer). In Frankrijk is de vraag naar melk zelfs zo groot dat nu ook melk van elders (België, Nederland) welkom is.
Zoals te verwachten, trok de roomprijs de boterprijs weer mee omhoog, maar net iets langzamer. Toch ging de DCA-notering voor boter ruim over de drempel van €8.000 per ton heen, want er kwam nog €165 meer bij op (totaal +€280). Dat is wel een historisch hoog prijsniveau, maar eigenlijk nog ver af van wat verse boter zou moeten kosten bij de huidige roomprijs. Echter, op een boterprijs van €9.600 per ton is niemand psychologisch gezien nog voorbereid. In Duitsland wordt ondertussen soms wel al meer dan €9.000 per ton gerekend. Voordat de markt als geheel zo ver is, zijn alle bestaande pakhuizen eerst nog wel een keer extra nagelopen en hebben wellicht ook veel kopers toch afgehaakt.
{{dataviewSnapshot(46_1731598640)}}
Door de verder stijgende vetprijzen, moeten ook de prijzen van andere afgeleide producten omhoog, zoals volle melkpoeder. Dat gebeurt ook, maar vol poeder is geen heel liquide product. Bovendien heeft het te maken met concurrentie van veel goedkoper product vanuit Nieuw-Zeeland. De melkpoedermarkt is nu eenmaal veel meer een mondiale markt dan de markt voor vloeibare zuivel.
Toch komt de melkpoedermarkt zonder meegecalculeerd melkvet beter in beweging. In Nieuw-Zeeland wordt meer interesse gesignaleerd vanuit Aziatische markten en de Europese markt krijgt hulp van een betere vraag vanuit Afrika (en minder druk vanuit Nieuw-Zeeland).
Het is nog niet zo dat de melkpoedermarkt nu ook vleugels krijgt. Daarvoor zijn de bewegingen nog te beperkt, maar de opwaartse lijn is weer te pakken.
Dat is niet te zeggen over de kaasmarkt. Vorige week leken de prijzen voor foliekaas iets aan te trekken, maar het zette niet door. De foliekaasnotering is deze week onveranderd en zwak ten opzichte van boter. Voor sommige producenten is dat aanleiding om de bakens te verzetten en dan maar meer boter te gaan produceren. Dat helpt tenslotte ook de kaasnotering weer omhoog.
Het is ook niet zo dat de hele kaasmarkt in mineur is. Natuurkaas is beter geprijsd, maar ook weer duurder om te maken. Andere, in Nederland kleinere soorten, brengen wel betere prijzen op, maar daar kan ook niet de hele industrie zich op storten.
Uiteindelijk is het toch het melkvet dat de zuivelmarkt blijft dragen, of het nu in room, boter, Griekse yoghurts en volle kaas zit. Eiwit doet beperkter mee. Toch scoort dit product ook. Niet in bulkpoeders, maar minder zichtbaar in sportdrankjes en speciaalproducten.