De prijzen voor kaas, boter en ook melkpoeders staan de laatste weken onder druk. Foliekaas en boter zijn nu al honderden euro's per ton goedkoper dan eind september. Opvallend is dat dit niet is gebeurd omdat er opeens veel meer melk op de markt is gekomen; en dat is te zien aan zowel de prijzen voor rauwe (spot-)melk als voor room.
De spotmelkprijs schommelt weer rond de €60 per 100 kilo, de roomprijs zit net weer iets onder de €10.000 per ton.
Het zijn opbrengsten die een aanhoudend stevige melkprijs voor de boer rechtvaardigen, ook al zakt de prijs voor magere melkconcentraat dan iets terug. De vraag is echter: voor hoe lang blijft de zuivelmarkt de melkveehouder ondersteunen?
Veel hangt af van de koopkrachtontwikkeling bij de consument, en van het weer echt opveren van de melkproductie. Het dal in de aanvoer mag dan gepasseerd zijn en de gehalten aan vet en eiwit in de melk lopen op, een echte opleving van de aanvoer is er nog niet.
Daarbij kunnen dure spotmelk en prijzige room alleen niet zorgen voor een blijvend hoge uitbetaalprijs voor melk.
Ook de kaas- en de boterprijs moeten niet verder onder druk komen te staan. Daar is nu nog geen sprake van. Bij kaas is Cheddar wel een mooi prijshoudend product, maar voor de Nederlandse boer is het belangrijker dat de Goudse en Edammer kazen prijshoudend blijven en dat ook de boterprijs niet verder omlaag wordt geduwd. Die tendens moet eerst keren, maar niet zeker is of en zo ja, wanneer dat gebeurt.
De poedermarkt lijkt de melkprijs helemaal niet veel te helpen, in ieder geval niet de markt voor simpele zuivelpoeders. Magere melkpoeder is al ruim een jaar een moeilijk verkoopbaar product en na een na een periode met een meer vragende markt valt nu ook de weipoedermarkt weer licht terug.
Mede daardoor blijft het een spannende vraag hoe lang de zuivelindustrie oplopende melkprijzen kan blijven betalen.