De mededingingsautoriteit ACM en de Geschillencommissie Oneerlijke Handelspraktijken kijken al een paar jaren met extra aandacht naar de zuivelsector. Directe aanleiding zijn klachten van veehouders die zich niet gezien en gehoord voelen inzake de melkprijs die zij ontvangen. Deze week liet de ACM eindelijk van zich horen.
Het voornaamste handvat voor klagende veehouders is de Wet Oneerlijke Handelspraktijken (OHP), voortvloeiend uit een Europese richtlijn. Die wet is er enerzijds niet voor niets gekomen, want boeren, maar ook andere groepen in de economie, missen soms de nodige bescherming. Of de wet echter gaat doen wat wordt beoogd, is de vraag. In Frankrijk bestaat al lang ervaring met een soort voorloper van de OHP, de Loi Egalim. De ervaringen daarmee zijn teleurstellend, want de wet blijkt eenvoudig te omzeilen.
Coöperaties uitgezonderd
Als het gaat over de Nederlandse zuivelsector, dan wordt al snel duidelijk dat de Wet OHP alleen kijkt naar de particuliere melkverwerkers. Coöperaties worden min of meer bij voorbaat uitgesloten, omdat dit al samenwerkingsverbanden zijn van boeren. Dat binnen deze clubs ook niet altijd iedereen wordt gehoord en ook daar oneigenlijke druk kan worden uitgeoefend en soms zaken niet lopen, is voor rekening van de coöperatie zelf.
Concurrentievoordeel coöperaties?
De vraag is daarmee wel of de wet OHP (en de aanspraken die daaruit voortvloeien) daarmee niet op voorhand een concurrentieel voordeel geeft aan de coöperaties. Formeel bestaat misschien wel het risico dat particulieren meer openheid moeten geven over de commerciële gang van zaken dan coöperaties.
Misschien hebben dit soort overwegingen een rol gespeeld bij de aarzelingen van de ACM en de Geschillencommissie OHP om in te grijpen. Begin deze week werd evenwel duidelijk dat de ACM wil dat bij Lactalis Leerdammer de zaken anders gaan en leveranciers daar meer worden betrokken bij de prijsvorming. Eerder al deed de Geschillencommissie OHP een uitspraak in een geding tussen aanvankelijk Holland Dairy Producers en Vreugdenhil Dairy Foods. De strekking daarvan was min of meer gelijk, maar de consequenties zijn verschillend. Lactalis kreeg een dwangsom opgelegd, Vreugdenhil kreeg een bindende uitspraak toegestuurd, maar zonder geldboete of iets dergelijks. In beide gevallen moet de verwerker meer inzicht geven in de totstandkoming van de melkprijs en regelmatiger overleg voeren.
Vreugdenhil heeft nog amper tijd gehad om te reageren op de uitspraak. Lactalis Leerdammer zegt de uitspraak van de ACM ter harte te nemen, maar gaat ondertussen ook in beroep tegen dezelfde uitspraak. Hier moet dus nog worden afgewacht wat de winst van deze zaak is voor de leveranciers.
Niet samen melkprijs vaststellen
Goed overleg met de boeren is altijd verstandig en belangrijk. Een zuivelketen waarin verwerker en leveranciers elkaar als tegenstanders zien, zal nooit de sterkste zijn. Zonder samenwerking en afstemming gaat het niet, ook al zit zoiets niet in de bedrijfscultuur ingebakken. Iets anders is dat zuivelondernemingen toch ook moeilijk kunnen worden gedwongen om hun hele commerciële hebben en houden op tafel te leggen. Dit is een spanningsveld in de wet OHP. Ook valt niet te verwachten dat melkveehouders maandelijks meebeslissen over de melkprijs. Verwerkers moeten ook hun commerciële vrijheid houden.