'Chinese melkveehouders zwemmen in de melk', kopt een nieuwsbericht van Reuters. De Chinese melkveehouderij heeft het, aangespoord door het 14e vijfjarenplan, te goed gedaan. Het doel van 41 miljoen ton melk is te snel en met overmacht gehaald. Nu is de spreekwoordelijke melk overgekookt.
De grote Chinese staatszuivelbedrijven, waaronder Yili en Mengniu, hebben zich keurig van hun taak gekweten. Deze bedrijven - het zijn er ongeveer twaalf - hebben reeksen mega-melkveebedrijven opgezet naar voorbeeld van de Fonterra-farms, die het Nieuw-Zeelandse bedrijf inmiddels heeft verkocht, en de Chinese navolgers hebben die volop laten draaien. Yili-dochter Youran Dairy heeft bijvoorbeeld 78 megafarms, Mengniu-dochter China Modern Dairy 41.
Gevolg is dat deze grote zuivelaars in luttele jaren het grootste deel van de Chinese melkproductie(groei) verzorgen. Vaak met behulp van geïmporteerd ruwvoer (vooral luzerne uit de VS), maar dat doet verder niet zo ter zake. Het resultaat is er. Maar wel ten koste van vele honderdduizenden kleinere Chinese boeren en verwerkers. Die konden niet meekomen met de schaalsprongen die de (gesubsidieerde) zuivelgiganten maakten. Hun productie is nu grotendeels overtollig en te duur. In korte tijd worden deze ondernemers uit de business gedrongen, met een grote, maar weinig opgemerkte economische verspilling en kaalslag tot gevolg.
Het teveel aan melk dat ontstond, werd deels omgezet tot melkpoeder, maar ook daarvan is er te veel op de binnenlandse markt. China doet nu verwoede pogingen om dit product te exporteren, maar raapt daarbij nog steeds de wrange vruchten van het babyvoedingsschandaal uit 2008. Buitenlandse afnemers hebben niet zo veel vertrouwen in het Chinese product, want ze vertrouwen ook het Chinese toezichtsysteem niet. Tenminste, als het gaat om de export.
De economische moeilijkheden waarin China sinds de coronapandemie zit, doen de rest. In 2021 bedroeg de Chinese zuivelconsumptie nog 14,4 kilo per hoofd van de bevolking, in 2022 was die door de gedaalde koopkracht afgenomen tot 12,4 kilo per hoofd. Ook het nog altijd dalende geboortecijfer draagt een steentje bij aan de problemen. Dat geldt in ieder geval voor de afzet van gewone kindervoeding. Het superexclusieve product, dat onder meer FrieslandCampina verkoopt, lijkt daar immuun voor.
Ondanks de grote zuiveloverschotten, lijkt het er nog niet op dat de grote zuivelbedrijven in China veel gas terug nemen. Wel neemt de invoer van luzerne uit de VS af en zoeken grote Chinese melkveebedrijven goedkopere alternatieven, in eigen land of in bijvoorbeeld Mongolië. Nadeel daarvan is wel dat die ruwvoeders kwalitatief ook veel laagwaardiger zijn. Het spel blijft hetzelfde: dat van de staat en de planeconomie tegen de kleinere ondernemers. Daarbij treden veel 'frictieverliezen' op.
Het doet zich overigens niet alleen voor in de melkveehouderij en zuivelsector. Ook de Chinese varkenshouderij wordt erdoor geplaagd, en ook de automobielindustrie, die een target heeft te halen voor de productie van elektrische auto's. In het plan is een doel gesteld en dat moet gehaald, ook al vraagt de markt iets anders.
Dat China tegen de achtergrond van haar eigen hybride plan en markteconomie onderzoeken naar concurrentieverstorende praktijken start in onder meer Europa en de VS, voelt als een slechte grap. Het internationale economische spel is evenwel ook geen braaf gereguleerd gebeuren. Handel is ook, en misschien wel vooral, een krachtmeting tussen wereldspelers.