De Nederlandse melkaanvoer laat over juni een groeiende achterstand zien met 2023, vergeleken met de maanden hiervoor. Dit is opvallend, aangezien de tot nu toe Hollandse zomer juist gunstig is voor de melkproductie. De verklaring valt te vinden bij de fors hogere slachtcijfers in de eerste helft van dit jaar.
De melkaanvoer in juni bedroeg 1.140.972 ton, zo blijkt uit data van RVO. Dit is een daling van 2,2% vergeleken met dezelfde maand vorig jaar. Daarmee loopt het verschil op, want in mei was de daling nog 1,58%. Cumulatief gezien is het verschil in de eerste helft van dit jaar -1,41% vergeleken met dezelfde periode in 2023.
Dagproductie omlaag
De vetproductie kwam vorige maand uit op 49.541 ton. Dit verschil is wel iets kleiner vergeleken met vorig jaar, doordat de gemiddelde vetproductie van 4,34% dit jaar iets hoger is. De gemiddelde dagproductie was in juni 38.032 ton, tegenover 39.067 ton in mei.
De melkaanvoerdaling van ruim 2% is wellicht groter dan verwacht. Verwerkers in ons land geven de afgelopen weken juist aan dat de melkaanvoer zeker niet tegenvalt bij de verwachtingen, waarbij als oorzaak vaak naar de relatief milde temperaturen (en daarmee gunstig voor de melkproductie) wordt gewezen. Daarbij laten de voorlopige weekaanvoercijfers van ZMB in Duitsland juist recent weer een herstel zien.
Fors meer slachtingen
De oplopende teruggang van de Nederlandse melkproductie hoeft echter geen verrassing te zijn, als we kijken naar de runderslachtingen in ons land. De wekelijkse slachtcijfers lagen in de eerst helft van dit jaar structureel boven het niveau van vorig jaar. De hoge mestafzetkosten in combinatie met stoppende melkveehouders zijn hiervan de belangrijkste oorzaken.