In een periode van amper een maand heeft FrieslandCampina de bouw van twee grote zuivelfabrieken in Zuidoost-Azië afgerond. Hiervoor zijn kosten noch moeite gespaard. Zowel in Maleisië als Indonesië denkt het coöperatieve zuivelconcern met westers ogende productielocaties versneld in te kunnen spelen op interessante groeimarkten. De buitenlandse deelnemingen van FrieslandCampina liggen soms gevoelig bij de Nederlandse achterban van de coöperatie, maar de kritiek is volkomen onterecht, zo verzekert het zuivelconcern.
De top van FrieslandCampina zit deze week in Indonesië, waar dinsdag de nieuwe fabriek aan de rand van de stad Cikarang is geopend. Sinds 1922 is FrieslandCampina al via dochteronderneming Frisian Flag actief in dit land en ze zijn er nog lang niet uitgespeeld. Met gepaste trotst wordt gemeld dat voor de nieuwe fabriek een recordinvestering van €256 miljoen is gedaan. CEO Jan Derck van Karnebeek en zijn consorten hadden zich voor de feestelijke gelegenheid ondergedompeld in lokale outfits, wat leuke beelden oplevert. Eind mei speelde eenzelfde tafereel zich af in Maleisië, waar dochteronderneming Dutch Lady eveneens een fabrieksopening vierde. Hiermee zijn in dezelfde regio twee ingrijpende lange termijnprojecten nagenoeg gelijktijdig afgerond.
Strubbelingen in Nigeria
De vraag is of de leden-melkveehouders ook blij zijn met de gedane investeringen in Azië. Zij zijn soms geneigd te denken dat de buitenlandse avonturen vooral geld kosten in plaatst dat het bijdraagt aan extra melkgeld, waar het uiteindelijk voor bedoeld is. Gezien de strubbelingen van FrieslandCampina in Nigeria en (in mindere mate) Pakistan valt voor die gedachte ook wel wat te zeggen. Daarbij zijn leden het finaal mislukte avontuur met toenmalig partner Huishan Dairy in China een aantal jaar geleden ook vaak nog niet vergeten.
Scepsis onterecht
Een woordvoerder van FrieslandCampina benadrukt dat dergelijke scepsis absoluut niet nodig is voor de gedane investeringen in Maleisië en Indonesië. Zonder in detail te willen treden, wordt gemeld dat deze activiteiten positief bijdragen aan het resultaat van de zuivelonderneming. Naar de toekomst toe ziet FrieslandCampina bovendien veel groeipotentieel in het dichtbevolkte Zuidoost-Azië. In Indonesië leven 275 miljoen mensen en de gemiddelde zuivelconsumptie is nu zo'n 16 liter per hoofd. Dit zou de komende jaren zomaar kunnen doorgroeien naar 20 liter, zo denken ze bij FrieslandCampina. De nieuwe fabrieken worden bovendien gezien als een hub naar andere Aziatische markten.
De fabriek in Indonesië kan uitgebreid worden naar 1 miljard kilo zuivelproduct, waarvan op dit moment 70% al wordt ingevuld. Hiervoor komt vanzelfsprekend geen druppel Nederlandse melk aan te pas. De aanvoer komt van lokale melkveehouders die veelal versnipperd coöperatief georganiseerd zijn. Middels voorlichting en training denkt de Nederlandse zuivelreus de melkproductie de komende jaren nog flink te kunnen opschalen, gezien de dagproductie nu vaak pas op 7 liter per koe ligt.
Halfjaarcijfers
Het succes van activiteiten in Azië valt de komende jaren overigens beter te monitoren dan voorheen. FrieslandCampina gaat namelijk de resultaten per businessunit afzonderlijk rapporteren. Eind deze maand komt FrieslandCampina met de halfjaarcijfers en dan wordt deze nieuwe manier van presenteren voor het eerst getoond. Niet alleen over het afgelopen halfjaar, maar met terugwerkende kracht ook over 2023. Zowel Maleisië als Indonesië vallen onder de businessgroep Asia. Of de scepsis van leden-melkveehouders terecht is, valt daarmee al snel genoeg te bezien.