De melkproductie in Noordwest-Europa gaat de komende jaren structureel dalen. Dit heeft gevolgen voor de operationele en financiële prestaties van zuivelbedrijven
Met het afgeschafte melkquotum in 2015 kreeg de melkproductie een flinke zet in de rug de afgelopen tien jaar. Vooral Denemarken, Duitsland, Nederland en België bevonden zich in het centrum van een groeiende Europese melkproductie, schrijft zuivelanalist Richard Scheper. Ook de uitbreiding van handelsovereenkomsten, perioden van gezonde marges en dalende rentetarieven die investeringen ondersteunden, droegen daaraan bij. Melkveebedrijven hebben nu te maken met de nodige uitdagingen, zoals een verminderde winstgevendheid, milieubeperkingen, beschikbaarheid van arbeid, de bedrijfsopvolging en extremere weersomstandigheden.
Scherper geeft dan ook aan dat de piek in de Nederlandse melkaanvoer dan ook achter ons ligt. Met naderende deadlines voor regels voor waterkwaliteit en sterkere ammoniakreductiedoelen kan de ontwikkeling van de melkproductie nog lager uitvallen dan verwacht, aldus Scheper. Zo wordt de druk groter om onder andere de melkveestapel te verkleinen.
Hoe dan ook krimp
Twee scenario's, een basisscenario en een pessimistischer scenario, worden uiteengezet. Daarbij daalt in het basisscenario de melkproductie in Noordwest-Europa met 7,4 miljoen ton (13%), tot 50 miljoen ton van 2023 tot 2035. Daarmee wordt bijna alle productiegroei vanaf 2010 tenietgedaan. Volgens een meer pessimistischer scenario gaat de melkproductie met 11,5 miljoen ton dalen (20%) van 2023 tot 2035, met de sterkste daling tussen 2025 en 2030. Een essentieel verschil tussen de twee scenario's zit hem volgens Scheper in de snelheid van de daling, waarbij de druk in het mindere scenario groter is voor de zuivelindustrie.
Wat de uitkomst ook is, in beide scenario's schetst Scheper de noodzaak voor zuivelbedrijven om hun strategie aan te passen. Of in ieder geval te richten op hoogwaardige eiwitingrediënten, merkproducten en kaas. Dit ter compensatie van bijkomende kosten en een verminderde exportpositie. De verwerkingscapaciteit gaat de melkaanvoer overstijgen, wat volgens Scheper resulteert in minder gecondenseerde melk en volle melkpoeder.