Zuivelreus Fonterra ziet grote afzetkansen op de Britse markt, geholpen door het eind mei vorig jaar getekende vrijhandelsverdrag tussen Verenigd Koninkrijk en Nieuw-Zeeland. Mike Bones, directeur Europa, stelt dat inmiddels 10.000 ton product is verkocht.
Bones vertelt dit in een gesprek met de New-Zealand Herald. Dankzij het vrijhandelsverdrag hebben Nieuw-Zeelandse bedrijven nu tariefvrije toegang tot de Britse markt. Volgens Bones voor het eerst in vijftig jaar.
De nu verkochte producten betreffen voornamelijk Cheddar en boter, maar Fonterra ziet ruimte voor verbreding van het pakket zuivelproducten. En de genoemde 10.000 ton is volgens hem nog maar het begin.
Fonterra hoopt dat het Verenigd Koninkrijk, dat na China de grootste zuivelimporteur ter wereld is in zekere zin de ingezakte afzet richting China kan compenseren.
Toen het VK nog lid was van de EU golden hoge tariefbarrières voor zuivel uit derde landen. Voor Cheddar gaat het al gauw om zo'n €400 per ton. Die drempel houdt Amerikaanse en Nieuw-Zeelandse zuivel buiten de EU, maar niet meer buiten het VK.
Voor de traditionele exporteurs naar het VK, vooral die in Ierland, maar ook in continentaal Europa, komt de Nieuw-Zeelandse aanvoer neer op forse concurrentie en waarschijnlijk druk op de marges.
Over de klimaateffecten van het zuiveltransport over lange afstand maakt Fonterra zich niet druk. Volgens Bones is het transport slechts verantwoordelijk voor 1% van de totale emissies in de zuivelketen.