De presentatie van de jaarcijfers van FrieslandCampina had dinsdagmorgen iets weg van een openbare boetedoening. De resultaten over 2023 zijn volgens CEO Jan Derck van Karnebeek en financiële topman Hans Janssen ‘pover’, ‘volstrekt onvoldoende’ en beantwoordend aan meer van dit soort typeringen.
Het oogt dan ook niet best. Een ruim 7% lagere omzet en een verlies van €149 miljoen zijn nog tot daar aan toe. Maar een contante melkprijs van €48,08 per 100 kilo uitbetalen, waarbij €3,22 uit de reserves moet komen en in totaal voor €770 miljoen aan middelen uit de algemene reserve zien verdampen, dat kan ook een reus in de zuivel zich niet heel vaak veroorloven. Er zijn wel verzachtende omstandigheden, bijvoorbeeld dat een groot deel van de kosten werden veroorzaakt door wisselkoersschommelingen en een reorganisatielast, waarbij 1.800 mensen moeten vertrekken. Ook de verlieslatende verkoop van dure voorraden uit 2022 drukte op de resultaten. Toch waren al die kosten er wel. Boekjaren als 2023 kan FrieslandCampina dan ook niet heel veel meer hebben, aldus Janssen.
Bodem bereikt
De verwachting van het management is evenwel dat nu de bodem ook wel min of meer is bereikt. Ook zijn diverse basismarges op de verkoop van producten veilig gesteld, aldus Van Karnebeek. De onderneming moet nu dus weer opnieuw kunnen gaan verdienen, als geheel. De hoop is daarbij dat door een mondiaal krapper zuivelaanbod er iets extra marge kan worden gemaakt. De vraag naar zuivel loopt wereldwijd ook op, al lijkt dat vanuit Nederland gezien misschien niet altijd zo. En op sommige deelmarkten, zoals met kindervoeding in China en ingrediënten gaat het nog steeds goed.
Jan Derck van Karnebeek
Volatiele markten
Harde verwachtingen voor het komende jaar willen Van Karnebeek en Janssen ondertussen niet uitspreken. Daarvoor zijn de markten te volatiel en is er te veel onrust voor in de wereld. En incidentele tegenslagen zijn nooit uit te sluiten. Vorig jaar had FrieslandCampina met name last van devaluaties van de munten in Pakistan en Nigeria, maar zo'n risico is nu eenmaal onderdeel van het zakendoen in opkomende markten, meent Van Karnebeek. "Onze groei zit voor een groot deel in markten als Pakistan, Nigeria, Indonesië, Maleisië en de Filipijnen. Dat zijn soms ook volatiele markten."
Geen afwenteling meer
Om alle uitdagingen in de zuivelmarkt aan te kunnen, heeft FrieslandCampina de bedrijfsstructuur aangepast en wordt nu gewerkt met meerdere business-units. Die zijn ieder verantwoordelijk voor hun eigen resultaat, waarbij de groepen die het beste presteren ook de meeste middelen krijgen. Daarbij is een mechanisme ontworpen dat ze geen lasten op elkaar (kunnen) afwentelen. In het verleden kon het bijvoorbeeld gebeuren dat FrieslandCampina een mooie tender in Afrika liet liggen omdat het voor een divisie niet rendabel was. Nu zal zoiets niet meer mogen gebeuren, als het hele bedrijf toch profiteert van zo'n tender. Steeds wordt gekeken welke wijze van verwaarding het beste uitpakt voor het geheel. Dit is nieuw voor FrieslandCampina en het topmanagement verwacht daar veel van.
Tevreden met dure garantieprijs
Hoewel het garantieprijssysteem soms grote druk legt op de zuivelonderneming, en topmanagers in de voorbije jaren meerdere kern hebben gezegd dat de garantieprijs te duur is voor het bedrijf, zeggen Van Karnebeek en Janssen nu zich prima te voelen bij de garantieprijssystematiek. Ook al kostte die vorig jaar dus een hap uit het eigen vermogen. "Het houdt ons scherp," aldus Van Karnebeek. "We zijn daar tevreden mee," voegt Janssen toe. Met de garantieprijs worden de leden zo goed mogelijk beloond en die leden kunnen het melkgeld goed gebruiken. Bovendien helpt de garantieprijs FrieslandCampina om een aantrekkelijke partner te zijn voor boeren. Van Karnebeek: "Concurreren om de gunst van de melkveehouder is voor ons super belangrijk." Dat is zeker zo in een markt met een krimpende melkaanvoer.
Met melk meest te verduurzamen
Bij alle inspanningen om het behoud en aantrekken van nieuwe boeren, probeert FrieslandCampina ook hun duurzaamheid te vergroten. Met behulp van extra beloningen moet dat lukken, is de verwachting. Van Karnebeek verwacht nog veel te kunnen doen, juist met melk. "Wat we voor het klimaat kunnen doen met onze melk, is wellicht ook meer dan wat we kunnen doen met plantaardig product."