Mengvoerbedrijven in ons land kunnen hun afzetvolumes vaak met pijn en moeite op peil houden of worden zelfs geconfronteerd met krimp. In het geval van GIJS ligt dat anders. Met een eigen aanpak steeg de mengvoerafzet in de melkveehouderij vorig jaar met maar liefst 14% en naar verwachting wordt dit jaar de grens van 100.000 ton voer gepasseerd. De sleutel tot succes? Dat is volgens directeur-eigenaar Erik Reefhuis (54) een combinatie van factoren. 'Wij zijn eigenzinnige vakidioten en dat spreekt veel boeren aan.'
GIJS, wat staat voor Gelre IJsselstreek, verschilt in vele opzichten van andere voerbedrijven. Eigen fabrieken en een vloot hebben ze bewust niet. Op een kleine productielocatie, met een capaciteit van 10.000 ton bij het kantoor in het Gelderse Azewijn, na dan. Deze fabriek wordt gebruikt voor de kleinere volumes. "Wij huren productiecapaciteit bij andere Nederlandse mengvoerbedrijven. Dit levert vaak een win-winsituatie op, doordat wij overcapaciteit kunnen opvullen." Er wordt inmiddels met zo'n tien mengvoerbedrijven van groot tot klein samengewerkt.
Om het verhaal van GIJS goed te begrijpen, moeten we terug naar 2012. In dat jaar fuseerde Hendrix UTD met ForFarmers. Tot die tijd was GIJS dealer van Hendrix, maar na de fusie stopte Reefhuis hiermee. "Ik zag kansen om in een consoliderende mengmarkt zelfstandig te worden." Zo gezegd, zo gedaan. Vanuit een persoonlijke aanpak ging GIJS zelfstandig verder. In 2018 werd de focus volledig op koeien en geiten gelegd.
Je zag in 2012 kansen om in een snel consoliderende mengvoersector op eigen benen te gaan staan, zeg je. Dat klinkt als een atypische keuze…
"Het was inderdaad best spannend was om de samenwerking met het grootste mengvoerbedrijf van Nederland eigenhandig stop te zetten. Maar met een eigen unieke aanpak zag ik kansen. Wat je in de consoliderende markt namelijk zag gebeuren, is dat de fabriek centraal kwam te staan. Dat ging ten koste van de klant. Wij besloten de klant op één te zetten en gingen overcapaciteit huren bij andere voerbedrijven. Hierdoor kunnen we efficiënt produceren. Ook hebben we bewust geen eigen vrachtwagens. Vaak komen mengvoerproducenten in mooie kleuren bij de klant voorrijden, maar het nadeel van deze aanpak is dat deze vrachtauto's best veel kilometers leeg rijden. Wij werken met blanco transporteurs en maken zo veel mogelijk gebruik van retourvrachten."
Je claimt uniek te zijn, maar er zijn toch meerdere voeraanbieders zonder eigen fabrieken en vrachtwagens?
"Dat klopt inderdaad, maar wij doen het net even anders. Onze voersamenstellingen worden altijd in dezelfde fabriek geproduceerd, in tegenstelling tot andere aanbieders zonder eigen fabrieken. Daarmee borgen wij kwaliteit. Wanneer je een vaste samenstelling in verschillende fabrieken laat maken, is het technische resultaat toch vaak anders. Daarbij hebben wij een duidelijke focus op herkauwers en zetten we sterk in op advies. Naar ons idee kun je voer en advies niet loskoppelen. Wij hebben dan wel geen eigen fabrieken, maar wel twee innovatiecentra voor melkvee en geiten. Hier doen we veel onderzoeken, waarmee we een kennisvoorsprong kunnen opbouwen. Het is misschien een cliché, maar onze mensen maken het verschil. Met een team van zo'n veertig eigenzinnige vakidioten die in een platte organisatie opereren, zetten we alles op alles oplossingen te bedenken. Ook de mogelijkheden voor maatwerkvoeders spreekt veel boeren aan."
Erik Reefhuis
Jullie groeien tegen de klippen op, met 14% groei in melkvee en 7% in de geitensector in 2023. De krimpende veestapel raakt jullie klaarblijkelijk niet?
"Dat het aantal dieren in ons land terugloopt, is een gegeven. Maar er valt voor ons nog genoeg marktaandeel te winnen, doordat we een relatief kleine speler zijn. In 2023 zijn we doorgegroeid naar 95.000 ton mengvoer, inclusief losse grondstoffen. Dit jaar verwachten we dat de afzet door de 100.000 ton gaat. Met geitenvoer hebben we een landelijke dekking. In de melkveesector hebben we onze focus, naast ons kerngebied in Oost-Nederland, ook op het noorden van Nederland gelegd. Daarbij gaan we ook de Belgische markt op en zijn we actief in Duitsland."
Grote mengvoerbedrijven worstelen soms met overcapaciteit in hun fabrieken door de teruglopende dieraantallen. Merken jullie dat het makkelijker is geworden om capaciteit van derden te benutten?
"In de beginjaren werden we soms best met de nek aangekeken, maar we worden steeds vaker uitgenodigd om te praten. Wij zijn immers een interessante partij om overcapaciteit in te vullen. Rondom de inkoop van grondstoffen bijvoorbeeld werken we intensief samen met onze producenten. We kunnen op die manier meeliften op de omvang van derden en creëren daardoor schaalvoordeel. Ik zie het echt als een win-winsituatie. Uiteraard maken we afspraken met onze producenten, zodat de ingehuurde productiecapaciteit ons ook echt toekomt."
Om tot slot nog even op de eerste vraag terug te komen; wat is de komende jaren jullie rol in de verder consoliderende mengvoersector?
"Wij willen onze ingezette lijn vooral doorzetten. Het overnemen van andere bedrijven is niet echt aan de orde. Wij zijn nu eenmaal een vreemde eend in de bijt, wat het samenvoegen met andere bedrijven lastig maakt. Andersom wordt er best weleens naar ons geïnformeerd, maar op dit moment staan wij niet voor een acquisitie open."