Boterprijzen vinden elkaar weer op wereldmarkt

Een gebrek aan vraag en een groeiend aanbod maakt dat de boterprijzen in januari zijn weggezakt. De notering van DCA daalde de afgelopen weken met een slordige €300 tot €5.295 per ton. Andere noteringen, waaronder de Duitse, zijn in vergelijkbaar tempo gedaald. Naast een zwakke vraag oefent ook de snelle daling van de roomprijzen druk uit op de boterprijzen.

Ook in de Verenigde Staten staan de boterprijzen begin 2024 wat onder druk. Op de Global Dairy Trade daarentegen steeg de boternotering in januari, verdeeld over twee veilingsessies, met bijna $1.000 tot krap $6.000 per ton. Dit is tevens het hoogste niveau sinds maart 2022. De daling is overigens goed te verklaren, omdat de GDT-prijzen wat ondergewaardeerd waren ten opzichte van prijzen in Europa en de VS. In Amerikaanse dollars uitgedrukt liggen de marktprijzen nu weer heel dicht bij elkaar en daarmee zijn ook de concurrentievoordelen beperkt. 

Kantelend sentiment
In de laatste dagen van januari lijkt het zwakke marktsentiment in Europa wel wat te kantelen. De termijnmarktprijzen op de EEX in Duitsland trokken sinds eind vorige week onverwacht weer aan tot een slotkoers van zelfs €5.500 per ton afgelopen maandag. Dit zorgt ook voor een reactie in de fysieke handel, in die zin dat het besef begint door te dringen dat verdere prijsdalingen niet waarschijnlijk zijn. Dat de fysieke marktprijzen weer aantrekken, lijkt nog niet direct waarschijnlijk.

De beschikbaarheid van boter neemt toe door de toenemende seizoensmatige melkproductie in Europa. Wel produceert Ierland fors minder melk in vergelijking met eerdere jaren. Uit Ierland worden doorgaans aanzienlijke volumes richting het Europese vaste land geëxporteerd, maar door de lagere melkproductie komt daar mogelijk een rem op. Het uitstippelen van een te verwachten marktsentiment voor februari is nog een lastige aangelegenheid.