De melkproductie in de Verenigde Staten (VS) is afgelopen juli lager uitgevallen dan in dezelfde maand vorig jaar. Het is precies een jaar geleden dat de melkproductie door Amerikaanse melkveebedrijven daalt. Sinds juli 2022 lag de melkaanvoer elke maand hoger dan het jaar ervoor. Veel melkverwerkers én melkveehouders zullen niet rouwig zijn om de productiedaling.
Het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) heeft gisteren (maandag 21 augustus) de melkaanvoer over de maand juli gepubliceerd. Die komt in de 24 belangrijkste melkproducerende staten van de VS uit op 8,3 miljoen ton. Dat is een daling van 0,6% ten opzichte van juli 2022. Een Amerikaanse koe produceerde in juli gemiddeld 928,5 kilo en dat is 5,8 kilo minder dan in dezelfde maand in 2022. De melkveestapel in de 24 staten kwam uit op 8,92 miljoen dieren. Dat is min of meer dezelfde hoeveelheid dan in juli 2022, maar 7.000 melkkoeien minder dan in juni van dit jaar.
In dat perspectief vallen de cijfers van de melkveestapel van heel de Verenigde Staten, dus van alle 50 staten, op. De totale melkveestapel komt in juli op op 9,4 miljoen koeien, 13.000 dieren minder dan in juli 2022. Maar juist 'slechts' 3.000 koeien minder dan in juni 2023. Dat betekent kortweg gezegd dat de afgelopen maanden de melkveestapel in de minder belangrijke zuivelstaten in de VS relatief sterker is gedaald dan in de 24 grootste. Maar vergeleken met juni hebben de melkveehouders in de minder belangrijke staten juist weer meer koeien aangehouden.
Stijgers en dalers per staat
Ook de verschillen in staten vallen op. In Californië, de grootste melkproducent van de VS, daalde de melkaanvoer in juli met 1,3% ten opzichte van juli 2022. In Wisconsin, de staat in de Midwest die zichzelf als America's dairyland presenteert, steeg de melkproductie daarentegen met 1,2%. Ook in andere voorname zuivelstaten als Michigan, New York en Idaho nam de melkproductie toe met respectievelijk 3,9%, 3,6% en 2,3%. In Texas liep de melkaanvoer daarentegen met 3% terug, een beeld dat ook te zien was in veel kleinere zuivelstaten.
De zuivelsector in de Verenigde Staten kenmerkte zich in het voorjaar en de eerste helft van de zomer door een overproductie aan melk, waardoor de melkverwerkers het aanbod amper aan konden. Melkveehouders in bijvoorbeeld Wisconsin waren daarom soms gedwongen om een deel van de melk in het riool te laten lopen. De seizoensgeboden teruggang in het melkaanbod vanaf juni kwam voor de zuivelsector dan ook niets te vroeg. Desondanks heeft de melkveehouderij te kampen met relatief lage melkprijzen die volgens analisten voor veel melkveebedrijven niet rendabel zijn. In dat opzicht valt de correctie van de melkveestapel te verklaren, al is het maar de vraag of deze voldoende is om meer evenwicht op de Amerikaanse melkmarkt te krijgen. Dat de melkproductie in Wisconsin ondanks alle problemen in juli toch toeneemt, mag opmerkelijk worden genoemd.